Neerlandés

Traducciones detalladas de falen de neerlandés a español

falen:

Conjugaciones de falen:

o.t.t.
  1. faal
  2. faalt
  3. faalt
  4. falen
  5. falen
  6. falen
o.v.t.
  1. faalde
  2. faalde
  3. faalde
  4. faalden
  5. faalden
  6. faalden
v.t.t.
  1. heb gefaald
  2. hebt gefaald
  3. heeft gefaald
  4. hebben gefaald
  5. hebben gefaald
  6. hebben gefaald
v.v.t.
  1. had gefaald
  2. had gefaald
  3. had gefaald
  4. hadden gefaald
  5. hadden gefaald
  6. hadden gefaald
o.t.t.t.
  1. zal falen
  2. zult falen
  3. zal falen
  4. zullen falen
  5. zullen falen
  6. zullen falen
o.v.t.t.
  1. zou falen
  2. zou falen
  3. zou falen
  4. zouden falen
  5. zouden falen
  6. zouden falen
diversen
  1. faal!
  2. faalt!
  3. gefaald
  4. falend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for falen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fracasar aandrijven; aanspoelen; stranden
ir mal scheefgaan
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cometer un error afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen een dwaling begaan; een fout maken; mistasten; zich vergissen
embarrancar afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
encallar afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen klem komen; op hetzelfde niveau blijven; stagneren; vastlopen
engañarse afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen mistasten
equivocarse afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen een dwaling begaan; een fout maken; mistasten; zich vergissen
errar afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen aan de zwerf zijn; dwalen; een fout maken; ernaast grijpen; misgrijpen; mistasten; reizen; ronddolen; rondreizen; rondzwerven; trekken; zich vergissen; zwerven
errarse afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen mistasten
estar en un error afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen een fout maken; zich vergissen
fallar afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen een fout maken; ketsen; mistasten; onderuitgaan; op zijn bek gaan; te kort schieten; tegenvallen; ten onder gaan; ten val komen; vallen; vergaan; zich vergissen
faltar afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen afwezig zijn; mankeren; mistasten; ontbreken; verzuimen
fracasar afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen afknappen; begeven; er vanaf breken; flippen; mistasten; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten onder gaan; ten val komen; vallen; vergaan
ir mal afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen misstaan; scheef gaan
irse al agua afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
irse al carajo afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
irse al traste afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; vallen
meter la pata afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen een fout maken; mistasten; zich vergissen
perderse afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen de weg kwijtraken; erbij inschieten; iets mislopen; kwijt raken; kwijtraken; mislopen; missen; teloorgaan; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoek raken; zoekraken
salir fallido afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen afknappen; er vanaf breken; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; vallen
salir mal afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen afknappen; er vanaf breken; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; vallen

Antónimos de "falen":


Definiciones relacionadas de "falen":

  1. niet lukken, niet het verwachte resultaat opleveren1
    • bij deze opdracht heeft hij gefaald1

Wiktionary: falen

falen
verb
  1. niet bereiken van doelen

Cross Translation:
FromToVia
falen tener contraefecto; tener efecto retroactivo; salir el tiro por la culata backfire — fail
falen descomponerse; fallar; averiarse break down — to fail
falen zozobrar; fracasar fail — be unsuccessful
falen negar; fracasar fail — not achieve a goal
falen deslizar; resbalar slip — to lose one's traction
falen tropezar slip — to err
falen tener una avería; descomponerse; estar descompuesto tomber en panne — Arriver dans une situation où un outil ou un véhicule ne fonctionne plus par manque de carburant où à cause de batteries vides, ou encore doit être réparé.