Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. zoeten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zoeten de neerlandés a español

zoeten:

zoeten verbo (zoet, zoette, zoetten, gezoet)

  1. zoeten (zoetmaken)

Conjugaciones de zoeten:

o.t.t.
  1. zoet
  2. zoet
  3. zoet
  4. zoeten
  5. zoeten
  6. zoeten
o.v.t.
  1. zoette
  2. zoette
  3. zoette
  4. zoetten
  5. zoetten
  6. zoetten
v.t.t.
  1. heb gezoet
  2. hebt gezoet
  3. heeft gezoet
  4. hebben gezoet
  5. hebben gezoet
  6. hebben gezoet
v.v.t.
  1. had gezoet
  2. had gezoet
  3. had gezoet
  4. hadden gezoet
  5. hadden gezoet
  6. hadden gezoet
o.t.t.t.
  1. zal zoeten
  2. zult zoeten
  3. zal zoeten
  4. zullen zoeten
  5. zullen zoeten
  6. zullen zoeten
o.v.t.t.
  1. zou zoeten
  2. zou zoeten
  3. zou zoeten
  4. zouden zoeten
  5. zouden zoeten
  6. zouden zoeten
diversen
  1. zoet!
  2. zoet!
  3. gezoet
  4. zoetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zoeten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
azucarar zoeten; zoetmaken besuikeren; insuikeren; met suiker doordrenken
edulcorar zoeten; zoetmaken
endulzar zoeten; zoetmaken

Wiktionary: zoeten

zoeten
verb
  1. zoet maken

Cross Translation:
FromToVia
zoeten azucarar sweeten — To make sweet to the taste