Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. afsloven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afsloven de neerlandés a español

afsloven:

afsloven verbo (sloof af, slooft af, sloofde af, sloofden af, afgesloofd)

  1. afsloven (zich afsloven; zwoegen; ploeteren; )

Conjugaciones de afsloven:

o.t.t.
  1. sloof af
  2. slooft af
  3. slooft af
  4. sloven af
  5. sloven af
  6. sloven af
o.v.t.
  1. sloofde af
  2. sloofde af
  3. sloofde af
  4. sloofden af
  5. sloofden af
  6. sloofden af
v.t.t.
  1. heb afgesloofd
  2. hebt afgesloofd
  3. heeft afgesloofd
  4. hebben afgesloofd
  5. hebben afgesloofd
  6. hebben afgesloofd
v.v.t.
  1. had afgesloofd
  2. had afgesloofd
  3. had afgesloofd
  4. hadden afgesloofd
  5. hadden afgesloofd
  6. hadden afgesloofd
o.t.t.t.
  1. zal afsloven
  2. zult afsloven
  3. zal afsloven
  4. zullen afsloven
  5. zullen afsloven
  6. zullen afsloven
o.v.t.t.
  1. zou afsloven
  2. zou afsloven
  3. zou afsloven
  4. zouden afsloven
  5. zouden afsloven
  6. zouden afsloven
diversen
  1. sloof af!
  2. slooft af!
  3. afgesloofd
  4. afslovende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afsloven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
afanarse uitsloven
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
afanarse afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen aanpoten; flink aanpakken; hard werken; ijveren; streven; uitsloven; zich uitsloven
ajetrearse afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen omwoelen
trajinar afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen aanpoten; afbeulen; banjeren; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven

Traducciones relacionadas de afsloven