Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. beschonken:
  2. beschenken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de beschonken de neerlandés a español

beschonken:


Translation Matrix for beschonken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
borracho brasser; dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap; zuiplap; zwelger
borracho perdido stomdronken persoon
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
abundante beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat copieus; luxueus; mals; meer dan genoeg; talrijk; weelderig; welig; zat
achispado aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; teut; tipsy
bebido aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat achterlijk; meer dan genoeg; toeter; zat; zwakzinnig
borracho aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat meer dan genoeg; toeter; zat
borracho perdido beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat bezopen; ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; smoordronken; stomdroken; stomdronken; straalbezopen; zat
de sobra beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat in overvloed
emborrachado aangeschoten; beneveld; beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; teut; tipsy; zat ladderzat; laveloos; meer dan genoeg; smoordronken; stomdronken; straalbezopen; zat
ridículo beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat absurd; belachelijk; bespottelijk; geestelijk gestoord; gek; lachwekkend; ondoenlijk; ongerijmd; onhaalbaar; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar; ridicuul

Palabras relacionadas con "beschonken":


Wiktionary: beschonken

beschonken
adjective
  1. onder invloed van alcohol

Cross Translation:
FromToVia
beschonken borracho; ebrio drunk — intoxicated after drinking too much alcohol
beschonken borracho; ebrio ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc.

beschenken:

beschenken verbo (beschenk, beschenkt, beschonk, beschonken, beschonken)

  1. beschenken (begiftigen; bedelen)
    otorgar; dotar

Conjugaciones de beschenken:

o.t.t.
  1. beschenk
  2. beschenkt
  3. beschenkt
  4. beschenken
  5. beschenken
  6. beschenken
o.v.t.
  1. beschonk
  2. beschonk
  3. beschonk
  4. beschonken
  5. beschonken
  6. beschonken
v.t.t.
  1. heb beschonken
  2. hebt beschonken
  3. heeft beschonken
  4. hebben beschonken
  5. hebben beschonken
  6. hebben beschonken
v.v.t.
  1. had beschonken
  2. had beschonken
  3. had beschonken
  4. hadden beschonken
  5. hadden beschonken
  6. hadden beschonken
o.t.t.t.
  1. zal beschenken
  2. zult beschenken
  3. zal beschenken
  4. zullen beschenken
  5. zullen beschenken
  6. zullen beschenken
o.v.t.t.
  1. zou beschenken
  2. zou beschenken
  3. zou beschenken
  4. zouden beschenken
  5. zouden beschenken
  6. zouden beschenken
diversen
  1. beschenk!
  2. beschenkt!
  3. beschonken
  4. beschenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beschenken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dotar bedelen; begiftigen; beschenken
otorgar bedelen; begiftigen; beschenken cadeau doen; cadeau geven; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; schenken; toekennen; toestaan; vergunnen; verlenen

Traducciones relacionadas de beschonken