Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. blijk:
  2. blijken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de blijk de neerlandés a español

blijk:

blijk [het ~] sustantivo

  1. het blijk (bewijs; teken)
    el signo; el documento de prueba; la muestra; la prueba; el comprobante

Translation Matrix for blijk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
comprobante bewijs; blijk; teken acte; akte; bewijsstuk; bon; coupon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
documento de prueba bewijs; blijk; teken acte; akte; bewijsstuk
muestra bewijs; blijk; teken demonstratie; exemplaar; gebaar; geste; herkenningsteken; laten zien; sample
prueba bewijs; blijk; teken acte; akte; argumentering; auditie; bewijs; bewijsstuk; bewijsvoering; computertoets; eindexamen; examen; experiment; probeersel; proef; proefdruk; proefneming; test; toets
signo bewijs; blijk; teken gebaar; geste; herkenningsteken; sein; signaal; teken; wenk

Palabras relacionadas con "blijk":


Wiktionary: blijk


Cross Translation:
FromToVia
blijk testimonio témoignageaction de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

blijk forma de blijken:

blijken verbo (blijk, blijkt, bleek, bleken, gebleken)

  1. blijken (bewaarheid worden; uitkomen)

Conjugaciones de blijken:

o.t.t.
  1. blijk
  2. blijkt
  3. blijkt
  4. blijken
  5. blijken
  6. blijken
o.v.t.
  1. bleek
  2. bleek
  3. bleek
  4. bleken
  5. bleken
  6. bleken
v.t.t.
  1. ben gebleken
  2. bent gebleken
  3. is gebleken
  4. zijn gebleken
  5. zijn gebleken
  6. zijn gebleken
v.v.t.
  1. was gebleken
  2. was gebleken
  3. was gebleken
  4. waren gebleken
  5. waren gebleken
  6. waren gebleken
o.t.t.t.
  1. zal blijken
  2. zult blijken
  3. zal blijken
  4. zullen blijken
  5. zullen blijken
  6. zullen blijken
o.v.t.t.
  1. zou blijken
  2. zou blijken
  3. zou blijken
  4. zouden blijken
  5. zouden blijken
  6. zouden blijken
diversen
  1. blijk!
  2. blijkt!
  3. gebleken
  4. blijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blijken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
salir heengaan; vertrekken; weggaan
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
deducirse de bewaarheid worden; blijken; uitkomen
derivarse de bewaarheid worden; blijken; uitkomen afkomstig zijn; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen
desprenderse de bewaarheid worden; blijken; uitkomen ontdoen; ontdoen van; zich van iets ontdoen
resultar bewaarheid worden; blijken; uitkomen aan het licht komen; belanden; conveniëren; deugen; geraken; geschikt zijn; ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; passen; passend zijn; terechtkomen; uitbotten; uitkomen; uitlopen; verschijnen; verzeilen; voor de dag komen; voordoen; voortkomen uit
resultar de bewaarheid worden; blijken; uitkomen voortvloeien uit
resultarse bewaarheid worden; blijken; uitkomen
salir bewaarheid worden; blijken; uitkomen afhaken; afreizen; afsluiten; afvallen; afzeggen; afzien van; belanden; conveniëren; de hort op gaan; de plaat poetsen; deugen; eruit gaan; eruitgaan; eruitstappen; ervandoor gaan; extraheren; gaan; geraken; geschikt zijn; heengaan; hem smeren; loskomen; loskrijgen; losmaken; lostornen; naar de vijand overlopen; ontglippen; ontkomen; ontslagen worden; ontsnappen aan; ontvluchten; op vrije voeten gesteld worden; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; passen; passend zijn; reizen; rondreizen; smeren; stappen; stoppen; terechtkomen; tornen; trekken; uitgaan; uithalen; uitkomen; uitrijden; uitstappen; uittrekken; verdwijnen; verlaten; vertrekken; verwijderen; verzeilen; vluchten; vooraan staan; vooruitspringen; vooruitsteken; vrijkomen; weggaan; wegkomen; weglopen; wegreizen; wegrennen; wegtrekken; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken; zwerven
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
salir uitkomen; uitstromen

Palabras relacionadas con "blijken":


Antónimos de "blijken":


Definiciones relacionadas de "blijken":

  1. wat je kunt merken, wat duidelijk is1
    • de jongen bleek goed in wiskunde te zijn1

Wiktionary: blijken

blijken
verb
  1. copl|nld uit iets duidelijk (geworden) zijn

Cross Translation:
FromToVia
blijken aparecer appear — To become visible to the apprehension of the mind