Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de cultiveren de neerlandés a español

cultiveren:

cultiveren verbo (cultiveer, cultiveert, cultiveerde, cultiveerden, gecultiveerd)

  1. cultiveren (beschaven; ontwikkelen; civiliseren)

Conjugaciones de cultiveren:

o.t.t.
  1. cultiveer
  2. cultiveert
  3. cultiveert
  4. cultiveren
  5. cultiveren
  6. cultiveren
o.v.t.
  1. cultiveerde
  2. cultiveerde
  3. cultiveerde
  4. cultiveerden
  5. cultiveerden
  6. cultiveerden
v.t.t.
  1. heb gecultiveerd
  2. hebt gecultiveerd
  3. heeft gecultiveerd
  4. hebben gecultiveerd
  5. hebben gecultiveerd
  6. hebben gecultiveerd
v.v.t.
  1. had gecultiveerd
  2. had gecultiveerd
  3. had gecultiveerd
  4. hadden gecultiveerd
  5. hadden gecultiveerd
  6. hadden gecultiveerd
o.t.t.t.
  1. zal cultiveren
  2. zult cultiveren
  3. zal cultiveren
  4. zullen cultiveren
  5. zullen cultiveren
  6. zullen cultiveren
o.v.t.t.
  1. zou cultiveren
  2. zou cultiveren
  3. zou cultiveren
  4. zouden cultiveren
  5. zouden cultiveren
  6. zouden cultiveren
en verder
  1. ben gecultiveerd
  2. bent gecultiveerd
  3. is gecultiveerd
  4. zijn gecultiveerd
  5. zijn gecultiveerd
  6. zijn gecultiveerd
diversen
  1. cultiveer!
  2. cultiveert!
  3. gecultiveerd
  4. cultiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

cultiveren [znw.] sustantivo

  1. cultiveren (beschaven; ontwikkelen; vormen)
    el civilizar; el desarrollar; el cultivar
  2. cultiveren (bevorderen; stimuleren)
    el stimular; el fomentar; la promoción

Translation Matrix for cultiveren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
civilizar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
cultivar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
desarrollar beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
fomentar bevorderen; cultiveren; stimuleren
promoción bevorderen; cultiveren; stimuleren bevordering; graad van doctor verkrijgen; opklimming in rang; promotie
stimular bevorderen; cultiveren; stimuleren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
civilizar beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen
cultivar aankweken; aanplanten; bebouwen; broeden; fokken; genereren; geschikt maken voor bebouwing; kweken; ontginnen; ontwikkelen; opkweken; planten; procreëren; telen; tot ontwikkeling brengen; uitbroeden; verbouwen; voortbrengen; warmhouden
desarrollar afwisselen; bewerkstelligen; geschikt maken voor bebouwing; graven; herzien; in het leven roepen; maken; ontginnen; ontplooien; ontwikkelen; opbloeien; opdelven; opfleuren; opgraven; realiseren; scheppen; tot bloei komen; tot ontwikkeling brengen; tot volle wasdom komen; uiteenvouwen; veranderen; verwerkelijken; verwezenlijken; verwisselen; wijzigen
fomentar aankweken; aanplanten; aanroeren; aanstippen; even aanraken; fokken; genereren; iets aanstoken; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; toucheren; verbouwen; voortbrengen