Neerlandés
Traducciones detalladas de geheid de neerlandés a español
geheid:
-
geheid (waarlijk; echt; zeker; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; heus)
-
geheid (ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; heus; gewis; waarlijk)
seguro; cierto; indudable; sin duda alguna; sin dudar-
seguro adj.
-
cierto adj.
-
indudable adj.
-
sin duda alguna adj.
-
sin dudar adj.
-
-
geheid (vast en zeker; zeker; beslist; ongetwijfeld)
-
geheid (waarlijk; vast en zeker; zeker; waarachtig; stellig; vast; feitelijk; beslist; reëel; heus; welzeker; voorzeker; gewis)
Translation Matrix for geheid:
heien:
-
heien
pegar; martillar; machacar; trabajar la madera; machacar sobre; brindar; golpear; trincar; remachar; martillear; hincar pilotes; chocar los vasos; clavar en el suelo; dar martillazos-
pegar verbo
-
martillar verbo
-
machacar verbo
-
trabajar la madera verbo
-
machacar sobre verbo
-
brindar verbo
-
golpear verbo
-
trincar verbo
-
remachar verbo
-
martillear verbo
-
hincar pilotes verbo
-
chocar los vasos verbo
-
clavar en el suelo verbo
-
dar martillazos verbo
-
Conjugaciones de heien:
o.t.t.
- hei
- heit
- heit
- heien
- heien
- heien
o.v.t.
- heide
- heide
- heide
- heiden
- heiden
- heiden
v.t.t.
- heb geheid
- hebt geheid
- heeft geheid
- hebben geheid
- hebben geheid
- hebben geheid
v.v.t.
- had geheid
- had geheid
- had geheid
- hadden geheid
- hadden geheid
- hadden geheid
o.t.t.t.
- zal heien
- zult heien
- zal heien
- zullen heien
- zullen heien
- zullen heien
o.v.t.t.
- zou heien
- zou heien
- zou heien
- zouden heien
- zouden heien
- zouden heien
en verder
- is geheid
- zijn geheid
diversen
- hei!
- heit!
- geheid
- heiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze