Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de mazzel de neerlandés a español

mazzel:

mazzel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de mazzel (meevaller)
    la ventaja; la pequeña fortuna; la golpe de fortuna; el éxito; la fortuna

Translation Matrix for mazzel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fortuna mazzel; meevaller beminde; duifje; fortuin; fortuintje; geldelijk vermogen; geluk; gelukkigheid; het gelukkig-zijn; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vermogen; welgevallen
golpe de fortuna mazzel; meevaller buitenkans; fortuin; fortuintje; geluk; gelukje; gelukkigheid; het gelukkig-zijn; mazzeltje; meevaller; meevallertje; tref; voordeel
pequeña fortuna mazzel; meevaller fortuintje
ventaja mazzel; meevaller baat; buitenkans; gewin; meevaller; meevallertje; nut; nuttigheid; profijt; tref; voordeel; voordeeltje; winst
éxito mazzel; meevaller arbeidsprestatie; bestseller; deur; gelukken; heil; hit; huisdeur; kasstuk; klapper; kraker; lukken; raakschot; schlager; schot in de roos; slagen; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welzijn; werkprestatie

Palabras relacionadas con "mazzel":


Wiktionary: mazzel


Cross Translation:
FromToVia
mazzel nos vemos; nos veremos see you — see you later
mazzel hasta luego; nos vemos; nos veremos; nos vemos pronto see you later — goodbye

Traducciones relacionadas de mazzel