Neerlandés

Traducciones detalladas de ontdaan de neerlandés a español

ontdaan:


Translation Matrix for ontdaan:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
perplejo onthutsing; versteldheid
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
atónito beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd geestelijk verward; geschokt; getroffen; in de war; met de mond vol tanden; met open mond; ondersteboven; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; paf; perplex; sprakeloos; van streek; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verward; verwonderd
confundido beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd gegeneerd; overbluft; overdonderd
perplejo beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd beduusd; beteuterd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; onthutst; ontsteld; overbluft; overdonderd; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verstomd zijn; verwonderd; zwijgend

Palabras relacionadas con "ontdaan":

  • ontdaanheid, ontdane

Wiktionary: ontdaan


Cross Translation:
FromToVia
ontdaan trastornado; perturbado; enfadado; molesto upset — angry, distressed, unhappy
ontdaan pasmado; atónito stupéfait — Que la surprise rendre comme interdit et immobile.

ontdoen:

ontdoen verbo (ontdoe, ontdoet, ontdeed, ontdeden, ontdaan)

  1. ontdoen (zich van iets ontdoen)
  2. ontdoen (uitbuiten; beroven)

Conjugaciones de ontdoen:

o.t.t.
  1. ontdoe
  2. ontdoet
  3. ontdoet
  4. ontdoen
  5. ontdoen
  6. ontdoen
o.v.t.
  1. ontdeed
  2. ontdeed
  3. ontdeed
  4. ontdeden
  5. ontdeden
  6. ontdeden
v.t.t.
  1. heb ontdaan
  2. hebt ontdaan
  3. heeft ontdaan
  4. hebben ontdaan
  5. hebben ontdaan
  6. hebben ontdaan
v.v.t.
  1. had ontdaan
  2. had ontdaan
  3. had ontdaan
  4. hadden ontdaan
  5. hadden ontdaan
  6. hadden ontdaan
o.t.t.t.
  1. zal ontdoen
  2. zult ontdoen
  3. zal ontdoen
  4. zullen ontdoen
  5. zullen ontdoen
  6. zullen ontdoen
o.v.t.t.
  1. zou ontdoen
  2. zou ontdoen
  3. zou ontdoen
  4. zouden ontdoen
  5. zouden ontdoen
  6. zouden ontdoen
en verder
  1. ben ontdaan
  2. bent ontdaan
  3. is ontdaan
  4. zijn ontdaan
  5. zijn ontdaan
  6. zijn ontdaan
diversen
  1. ontdoe!
  2. ontdoet!
  3. ontdaan
  4. ontdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ontdoen [znw.] sustantivo

  1. ontdoen
    el despojo de

Translation Matrix for ontdoen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
despojo de ontdoen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
abusar de beroven; ontdoen; uitbuiten exploiteren; kapotmaken; knakken; misbruiken; moeren; mollen; uitbuiten
aprovecharse de beroven; ontdoen; uitbuiten meeprofiteren; profiteren; voordeel trekken
desembarazar de ontdoen; zich van iets ontdoen
deshacerse de ontdoen; zich van iets ontdoen afschaffen; afscheiden; afstoten; afvoeren; bergen; eraf duwen; lozen; opruimen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; van de hand doen
desprenderse de ontdoen; zich van iets ontdoen bewaarheid worden; blijken; ontdoen van; uitkomen

Wiktionary: ontdoen


Cross Translation:
FromToVia
ontdoen deshacer undo — to reverse
ontdoen hurtar; sustraer; descortezar; pelar; despojar; mondar; descubrir dépouiller — Traductions à trier suivant le sens

Traducciones relacionadas de ontdaan