Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. stansen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de stansen de neerlandés a español

stansen:

stansen verbo (stans, stanst, stanste, stansten, gestanst)

  1. stansen (ponsen; doorponsen)

Conjugaciones de stansen:

o.t.t.
  1. stans
  2. stanst
  3. stanst
  4. stansen
  5. stansen
  6. stansen
o.v.t.
  1. stanste
  2. stanste
  3. stanste
  4. stansten
  5. stansten
  6. stansten
v.t.t.
  1. heb gestanst
  2. hebt gestanst
  3. heeft gestanst
  4. hebben gestanst
  5. hebben gestanst
  6. hebben gestanst
v.v.t.
  1. had gestanst
  2. had gestanst
  3. had gestanst
  4. hadden gestanst
  5. hadden gestanst
  6. hadden gestanst
o.t.t.t.
  1. zal stansen
  2. zult stansen
  3. zal stansen
  4. zullen stansen
  5. zullen stansen
  6. zullen stansen
o.v.t.t.
  1. zou stansen
  2. zou stansen
  3. zou stansen
  4. zouden stansen
  5. zouden stansen
  6. zouden stansen
en verder
  1. ben gestanst
  2. bent gestanst
  3. is gestanst
  4. zijn gestanst
  5. zijn gestanst
  6. zijn gestanst
diversen
  1. stans!
  2. stanst!
  3. gestanst
  4. stansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stansen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
perforar doorponsen; ponsen; stansen doorboren; doordringen; doorsteken; erdoor steken; gaatjes maken in; penetreren; perforeren
remachar doorponsen; ponsen; stansen heien; klampen; kletteren; rammelen
taladrar doorponsen; ponsen; stansen doorprikken; openprikken; opensteken; pinnen; spelden; uitboren