Neerlandés

Traducciones detalladas de tobben de neerlandés a español

tobben:

tobben verbo (tob, tobt, tobde, tobden, getobd)

  1. tobben

Conjugaciones de tobben:

o.t.t.
  1. tob
  2. tobt
  3. tobt
  4. tobben
  5. tobben
  6. tobben
o.v.t.
  1. tobde
  2. tobde
  3. tobde
  4. tobden
  5. tobden
  6. tobden
v.t.t.
  1. heb getobd
  2. hebt getobd
  3. heeft getobd
  4. hebben getobd
  5. hebben getobd
  6. hebben getobd
v.v.t.
  1. had getobd
  2. had getobd
  3. had getobd
  4. hadden getobd
  5. hadden getobd
  6. hadden getobd
o.t.t.t.
  1. zal tobben
  2. zult tobben
  3. zal tobben
  4. zullen tobben
  5. zullen tobben
  6. zullen tobben
o.v.t.t.
  1. zou tobben
  2. zou tobben
  3. zou tobben
  4. zouden tobben
  5. zouden tobben
  6. zouden tobben
en verder
  1. ben getobd
  2. bent getobd
  3. is getobd
  4. zijn getobd
  5. zijn getobd
  6. zijn getobd
diversen
  1. tob!
  2. tobt!
  3. getobd
  4. tobbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tobben [het ~] sustantivo

  1. het tobben
    el problemas; la preocupaciones; la reflexiones; el trabajo penoso; el dar vueltas a un asunto

Translation Matrix for tobben:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cavilar prakkizeren
dar vueltas a un asunto tobben getob
preocupaciones tobben getob; kopzorg
problemas tobben allegaartje; chagrijn; defecten; ellende; ergernis; fouten; gebreken; gedonderjaag; geharrewar; gelazer; gemekker; geravot; gestoei; getob; gezanik; gezeur; kommer; kwel; mankementen; mengelmoes; misère; moeilijkheden; moeilijkheid; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; penarie; perikelen; probleem; problemen; samenraapsel; sores; stoeierij; stoeipartij; trammelant; zorgen
reflexiones tobben gemijmer; gepeins; getob; reflecties
trabajo penoso tobben getob
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
agobiarse tobben
agotarse tobben aftobben; jezelf uitputten
amohinarse tobben aftobben
atormentarse tobben aftobben; plussen
cavilar tobben mijmeren
dar vueltas a la cabeza tobben aftobben; plussen
enfurruñarse tobben aftobben; bouderen; een pruillip trekken; kniezen; kwaad zijn; mokken; pruilen; schuimbekken; woedend zijn

Wiktionary: tobben

tobben
verb
  1. zich ergens zorgen over maken