Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. toneelspelen:
  2. toneelspel:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de toneelspelen de neerlandés a español

toneelspelen:

toneelspelen verbo (speel toneel, speelt toneel, speelde toneel, speelden toneel, toneelgespeeld)

  1. toneelspelen (doen alsof; spelen; zich aanstellen)
  2. toneelspelen (acteren)
  3. toneelspelen (een rol vertolken; acteren)
  4. toneelspelen (komedie spelen; acteren; zich aanstellen)

Conjugaciones de toneelspelen:

o.t.t.
  1. speel toneel
  2. speelt toneel
  3. speelt toneel
  4. spelen toneel
  5. spelen toneel
  6. spelen toneel
o.v.t.
  1. speelde toneel
  2. speelde toneel
  3. speelde toneel
  4. speelden toneel
  5. speelden toneel
  6. speelden toneel
v.t.t.
  1. heb toneelgespeeld
  2. hebt toneelgespeeld
  3. heeft toneelgespeeld
  4. hebben toneelgespeeld
  5. hebben toneelgespeeld
  6. hebben toneelgespeeld
v.v.t.
  1. had toneelgespeeld
  2. had toneelgespeeld
  3. had toneelgespeeld
  4. hadden toneelgespeeld
  5. hadden toneelgespeeld
  6. hadden toneelgespeeld
o.t.t.t.
  1. zal toneelspelen
  2. zult toneelspelen
  3. zal toneelspelen
  4. zullen toneelspelen
  5. zullen toneelspelen
  6. zullen toneelspelen
o.v.t.t.
  1. zou toneelspelen
  2. zou toneelspelen
  3. zou toneelspelen
  4. zouden toneelspelen
  5. zouden toneelspelen
  6. zouden toneelspelen
en verder
  1. ben toneelgespeeld
  2. bent toneelgespeeld
  3. is toneelgespeeld
  4. zijn toneelgespeeld
  5. zijn toneelgespeeld
  6. zijn toneelgespeeld
diversen
  1. speel toneel!
  2. speelt toneel!
  3. toneelgespeeld
  4. toneelspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toneelspelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
actuar acteren; doen alsof; spelen; toneelspelen; zich aanstellen doen; dramatiseren; een prestatie leveren; figureren; fungeren; handelen; optreden; optreden als; performen; presteren; spelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten
fingir acteren; komedie spelen; toneelspelen; zich aanstellen beweren; doen voorkomen; fingeren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; simuleren; stellen; veinzen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voortrekken; voorwenden
hacer teatro acteren; doen alsof; komedie spelen; spelen; toneelspelen; zich aanstellen dramatiseren; figureren
interpretar acteren; toneelspelen beschrijven; dramatiseren; duiden; interpreteren; nader verklaren; ontvouwen; overbrengen; overzetten; toelichten; tolken; translateren; uitbeelden; uiteenzetten; uitleggen; verbeelden; verduidelijken; verpersonificeren; vertalen; vertolken; weergeven
interpretar un papel acteren; een rol vertolken; toneelspelen
interpretar un papel teatral doen alsof; spelen; toneelspelen; zich aanstellen dramatiseren; optreden; performen; spelen
jugar acteren; toneelspelen een gok wagen; gokken; inzetten; neerleggen; onderuit halen; speelgeld inzetten; uitspelen
poner en escena acteren; toneelspelen ensceneren; figureren; in scene zetten
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
fingir doende

Palabras relacionadas con "toneelspelen":


Wiktionary: toneelspelen


Cross Translation:
FromToVia
toneelspelen actuar act — to perform a theatrical role

toneelspel:

toneelspel [het ~] sustantivo

  1. het toneelspel (gemanierdheid)
    el manerismo

Translation Matrix for toneelspel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
manerismo gemanierdheid; toneelspel

Palabras relacionadas con "toneelspel":