Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. verdord:
  2. verdorren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verdord de neerlandés a español

verdord:

verdord adj.

  1. verdord (droog; dor)
    seco; árido
  2. verdord (verwelkt; verlept)

Translation Matrix for verdord:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ajado verdord; verlept; verwelkt
marchito verdord; verlept; verwelkt armetierig; kwijnend; onooglijk; verlopen
seco dor; droog; verdord bits; bruusk; droge; kattig; kortaf; nors; onvriendelijk; onzacht; opgedroogd; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig
árido dor; droog; verdord bitter teleurgesteld; dor; droog; felle; onderdrukt; opgekropt; schraal; schriel; verbeten; verbitterd; verkropt

Wiktionary: verdord


Cross Translation:
FromToVia
verdord pasada passé — Qui est périmé.

verdorren:

verdorren verbo (verdor, verdort, verdorde, verdorden, verdord)

  1. verdorren (uitdrogen; indrogen; verdrogen; opdrogen)
  2. verdorren (verwelken; verkommeren; verleppen)

Conjugaciones de verdorren:

o.t.t.
  1. verdor
  2. verdort
  3. verdort
  4. verdoren
  5. verdoren
  6. verdoren
o.v.t.
  1. verdorde
  2. verdorde
  3. verdorde
  4. verdorden
  5. verdorden
  6. verdorden
v.t.t.
  1. heb verdord
  2. hebt verdord
  3. heeft verdord
  4. hebben verdord
  5. hebben verdord
  6. hebben verdord
v.v.t.
  1. had verdord
  2. had verdord
  3. had verdord
  4. hadden verdord
  5. hadden verdord
  6. hadden verdord
o.t.t.t.
  1. zal verdorren
  2. zult verdorren
  3. zal verdorren
  4. zullen verdorren
  5. zullen verdorren
  6. zullen verdorren
o.v.t.t.
  1. zou verdorren
  2. zou verdorren
  3. zou verdorren
  4. zouden verdorren
  5. zouden verdorren
  6. zouden verdorren
diversen
  1. verdor!
  2. verdort!
  3. verdord
  4. verdorrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdorren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
marchitarse verwelking
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
desecar indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen droogleggen; indijken; inpolderen
deshidratarse indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen drogen; opdrogen
marchitarse verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken wegslinken
resecarse verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken verschralen