Resumen
Neerlandés a español:   más información...
  1. zachtmaken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zachtmaken de neerlandés a español

zachtmaken:

zachtmaken verbo (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)

  1. zachtmaken (ontharden; verweken)
  2. zachtmaken (week maken; ontharden; weken; verweken; in de week zetten)

Conjugaciones de zachtmaken:

o.t.t.
  1. maak zacht
  2. maakt zacht
  3. maakt zacht
  4. maken zacht
  5. maken zacht
  6. maken zacht
o.v.t.
  1. maakte zacht
  2. maakte zacht
  3. maakte zacht
  4. maakten zacht
  5. maakten zacht
  6. maakten zacht
v.t.t.
  1. heb zacht gemaakt
  2. hebt zacht gemaakt
  3. heeft zacht gemaakt
  4. hebben zacht gemaakt
  5. hebben zacht gemaakt
  6. hebben zacht gemaakt
v.v.t.
  1. had zacht gemaakt
  2. had zacht gemaakt
  3. had zacht gemaakt
  4. hadden zacht gemaakt
  5. hadden zacht gemaakt
  6. hadden zacht gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal zachtmaken
  2. zult zachtmaken
  3. zal zachtmaken
  4. zullen zachtmaken
  5. zullen zachtmaken
  6. zullen zachtmaken
o.v.t.t.
  1. zou zachtmaken
  2. zou zachtmaken
  3. zou zachtmaken
  4. zouden zachtmaken
  5. zouden zachtmaken
  6. zouden zachtmaken
diversen
  1. maak zacht!
  2. maakt zacht!
  3. zacht gemaakt
  4. zachtmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zachtmaken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
remojar inweken; weken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ablandar in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken lenigen; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verweken; verzachten; week worden
poner a remojar in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
poner en remojo in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
remojar in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken dippen; inweken
suavizar ontharden; verweken; zachtmaken lenigen; verlichten; vermurwen; vervriendelijken; verzachten