Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. contracteren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de contracteren de neerlandés a francés

contracteren:

contracteren verbo (contracteer, contracteert, contracteerde, contracteerden, gecontracteerd)

  1. contracteren (samentrekken)
    contracter; crisper; resserrer; se contracter; froncer
    • contracter verbo (contracte, contractes, contractons, contractez, )
    • crisper verbo
    • resserrer verbo (resserre, resserres, resserrons, resserrez, )
    • froncer verbo (fronce, fronces, fronçons, froncez, )
  2. contracteren (vastleggen)
    contracter; signer un contrat avec; signer
    • contracter verbo (contracte, contractes, contractons, contractez, )
    • signer verbo (signe, signes, signons, signez, )

Conjugaciones de contracteren:

o.t.t.
  1. contracteer
  2. contracteert
  3. contracteert
  4. contracteren
  5. contracteren
  6. contracteren
o.v.t.
  1. contracteerde
  2. contracteerde
  3. contracteerde
  4. contracteerden
  5. contracteerden
  6. contracteerden
v.t.t.
  1. heb gecontracteerd
  2. hebt gecontracteerd
  3. heeft gecontracteerd
  4. hebben gecontracteerd
  5. hebben gecontracteerd
  6. hebben gecontracteerd
v.v.t.
  1. had gecontracteerd
  2. had gecontracteerd
  3. had gecontracteerd
  4. hadden gecontracteerd
  5. hadden gecontracteerd
  6. hadden gecontracteerd
o.t.t.t.
  1. zal contracteren
  2. zult contracteren
  3. zal contracteren
  4. zullen contracteren
  5. zullen contracteren
  6. zullen contracteren
o.v.t.t.
  1. zou contracteren
  2. zou contracteren
  3. zou contracteren
  4. zouden contracteren
  5. zouden contracteren
  6. zouden contracteren
en verder
  1. ben gecontracteerd
  2. bent gecontracteerd
  3. is gecontracteerd
  4. zijn gecontracteerd
  5. zijn gecontracteerd
  6. zijn gecontracteerd
diversen
  1. contracteer!
  2. contracteert!
  3. gecontracteerd
  4. contracterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for contracteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
contracter contracteren; samentrekken; vastleggen
crisper contracteren; samentrekken
froncer contracteren; samentrekken fronsen
resserrer contracteren; samentrekken dichtschroeven; insnoeren; knijpbeweging; schroeven; vastschroeven
se contracter contracteren; samentrekken afnemen; ineenkrimpen; ineenschrompelen; inkrimpen; krimpen; minder worden; schrompelen; slinken; verkleinen; verminderen
signer contracteren; vastleggen ondertekenen; paraferen; signeren; tekenen
signer un contrat avec contracteren; vastleggen

Wiktionary: contracteren

contracteren
verb
  1. een contract sluiten
contracteren



Francés