Neerlandés

Traducciones detalladas de stoutheid de neerlandés a francés

stoutheid:

stoutheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de stoutheid (ondeugendheid; lelijkheid)
    la mutinerie; la pétulance; la méchanceté; la malice; l'espièglerie; la turbulence

Translation Matrix for stoutheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
espièglerie lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid deugnieterij; gekheid; guitenstreek; guitigheid; malligheid; ondeugd; schalksheid; schelmsheid; schelmstuk; snaaksheid
malice lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid arglist; arglistigheid; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; geslepenheid; goochemheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; leepheid; linkheid; listigheid; schalksheid; schelmsheid; schranderheid; slechtheid; sluwheid; snaaksheid; uitgeslapenheid
mutinerie lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid
méchanceté lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid boevenstreek; boosaardigheid; gemeenheid; gemene streek; giftigheid; hatelijke opmerking; hatelijkheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; rotstreek; sarcasme; schurkachtigheid; schurkenstreek; slechtheid; slinksheid; stekeligheid; venijn; venijnigheid; virulentie
pétulance lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid dartelheid; joligheid; speelsheid
turbulence lelijkheid; ondeugendheid; stoutheid activiteit; bedrijvigheid; remous; roerigheid; stoeiziekheid; turbulentie; werveling

Palabras relacionadas con "stoutheid":



stout:


Translation Matrix for stout:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
héroïque heroïek
téméraire waaghals
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- ondeugend
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
vaillant flink
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
brave dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; beslist; doortastend; ferm; gemoedelijk; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; joviaal; kordaat; krachtdadig; krachtig; mild; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
bravement dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
courageusement dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
courageux dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig fier; flink; glorieus; groots; koen; kranig; manhaftig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; prat; stoutmoedig; trots; vermetel
hardi dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig beslist; brutaal; doldriest; doortastend; ferm; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; koen; kordaat; krachtdadig; krachtig; kranig; lichtzinnig; manhaftig; manmoedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevangen; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; pikant; roekeloos; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
hardiment dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig brutaal; doldriest; geagiteerd; koen; kranig; levendig; lichtzinnig; manmoedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; roekeloos; stoutmoedig; verhit; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
héroïque dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
héroïquement dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
intrépide dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig beslist; brutaal; doortastend; ferm; koelbloedig; kordaat; krachtdadig; krachtig; niet beschroomd; onbeschroomd; onversaagd; onverschrokken; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig; zonder vrees
téméraire dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig baldadig; brutaal; doldriest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; lichtzinnig; niet beschroomd; onberaden; onbeschroomd; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onversaagd; onverschrokken; overmoedig; pikant; roekeloos; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig; zonder vrees
vaillamment dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig koen; kranig; manhaftig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
vaillant dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig koen; kranig; manhaftig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onversaagd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; zonder vrees

Palabras relacionadas con "stout":

  • stoutheid, stouter, stoutere, stoutst, stoutste, stoute

Sinónimos de "stout":


Antónimos de "stout":


Definiciones relacionadas de "stout":

  1. wie doet wat niet mag1
    • als je stout bent geweest, krijg je niets van Sinterklaas1

Wiktionary: stout

stout
adjective
  1. Qui a de l’audace, hardi, osé.
  2. Qui a de la malice, qui porter à nuire, à mal faire.

Cross Translation:
FromToVia
stout malin; malicieux; méchant; canaille mischievous — naughty
stout méchant; vilain; malin; malicieux naughty — bad; tending to misbehave or act badly