Neerlandés

Traducciones detalladas de aan de dijk zetten de neerlandés a francés

aan de dijk zetten:

aan de dijk zetten verbo (zet aan de dijk, zette aan de dijk, zetten aan de dijk, aan de dijk gezet)

  1. aan de dijk zetten (van zijn positie verdrijven; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien)
    licencier; congédier; débaucher; démettre; décharger; dégommer; mettre au rancart; jeter dehors; mettre sur le pavé
    • licencier verbo (licencie, licencies, licencions, licenciez, )
    • congédier verbo (congédie, congédies, congédions, congédiez, )
    • débaucher verbo
    • démettre verbo (démets, démet, démettons, démettez, )
    • décharger verbo (décharge, décharges, déchargons, déchargez, )
    • dégommer verbo (dégomme, dégommes, dégommons, dégommez, )
    • jeter dehors verbo

Conjugaciones de aan de dijk zetten:

o.t.t.
  1. zet aan de dijk
  2. zet aan de dijk
  3. zet aan de dijk
  4. zetten aan de dijk
  5. zetten aan de dijk
  6. zetten aan de dijk
o.v.t.
  1. zette aan de dijk
  2. zette aan de dijk
  3. zette aan de dijk
  4. zetten aan de dijk
  5. zetten aan de dijk
  6. zetten aan de dijk
v.t.t.
  1. ben aan de dijk gezet
  2. bent aan de dijk gezet
  3. is aan de dijk gezet
  4. zijn aan de dijk gezet
  5. zijn aan de dijk gezet
  6. zijn aan de dijk gezet
v.v.t.
  1. was aan de dijk gezet
  2. was aan de dijk gezet
  3. was aan de dijk gezet
  4. waren aan de dijk gezet
  5. waren aan de dijk gezet
  6. waren aan de dijk gezet
o.t.t.t.
  1. zal aan de dijk zetten
  2. zult aan de dijk zetten
  3. zal aan de dijk zetten
  4. zullen aan de dijk zetten
  5. zullen aan de dijk zetten
  6. zullen aan de dijk zetten
o.v.t.t.
  1. zou aan de dijk zetten
  2. zou aan de dijk zetten
  3. zou aan de dijk zetten
  4. zouden aan de dijk zetten
  5. zouden aan de dijk zetten
  6. zouden aan de dijk zetten
en verder
  1. heb aan de dijk gezet
  2. hebt aan de dijk gezet
  3. heeft aan de dijk gezet
  4. hebben aan de dijk gezet
  5. hebben aan de dijk gezet
  6. hebben aan de dijk gezet
diversen
  1. zet aan de dijk!
  2. zet aan de dijk!
  3. aan de dijk gezet
  4. aan de dijk zettende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan de dijk zetten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
congédier aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; ecarteren; ontheffen; ontslaan; uitsturen; verzenden; vrijaf geven; vrijgeven; wegsturen; wegzenden
débaucher aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
décharger aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; afladen; afmaken; afreageren; afscheiden; afschieten; afslachten; afvoeren; afvuren; bliksemen; dechargeren; doden; ecarteren; flitsen; iets uitladen; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lichten; lossen; lozen; luchten; moorden; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; onschuldig verklaren; ontheffen; ontladen; ontslaan; oplichten; schieten; schieten op; schoten lossen; uitgieten; uitladen; uitscheiden; uitschenken; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; vermoorden; verzenden; vrijpleiten; vrijspreken; vuren; weerlichten; wegsturen; wegzenden; zuiveren
dégommer aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
démettre aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afdanken; ecarteren; ontheffen; ontslaan; ontzetten; uit de macht ontzetten; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
jeter dehors aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven uitgooien; uitwerpen
licencier aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven ontheffen; ontslaan; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
mettre au rancart aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
mettre sur le pavé aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven

Traducciones relacionadas de aan de dijk zetten