Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. aandragen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aandragen de neerlandés a francés

aandragen:

aandragen verbo (draag aan, draagt aan, droeg aan, droegen aan, aangedragen)

  1. aandragen (aanvoeren)
    avancer des arguments; avancer
    • avancer verbo (avance, avances, avançons, avancez, )

Conjugaciones de aandragen:

o.t.t.
  1. draag aan
  2. draagt aan
  3. draagt aan
  4. dragen aan
  5. dragen aan
  6. dragen aan
o.v.t.
  1. droeg aan
  2. droeg aan
  3. droeg aan
  4. droegen aan
  5. droegen aan
  6. droegen aan
v.t.t.
  1. heb aangedragen
  2. hebt aangedragen
  3. heeft aangedragen
  4. hebben aangedragen
  5. hebben aangedragen
  6. hebben aangedragen
v.v.t.
  1. had aangedragen
  2. had aangedragen
  3. had aangedragen
  4. hadden aangedragen
  5. hadden aangedragen
  6. hadden aangedragen
o.t.t.t.
  1. zal aandragen
  2. zult aandragen
  3. zal aandragen
  4. zullen aandragen
  5. zullen aandragen
  6. zullen aandragen
o.v.t.t.
  1. zou aandragen
  2. zou aandragen
  3. zou aandragen
  4. zouden aandragen
  5. zouden aandragen
  6. zouden aandragen
diversen
  1. draag aan!
  2. draagt aan!
  3. aangedragen
  4. aandragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aandragen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
avancer oprukken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avancer aandragen; aanvoeren aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; avanceren; beter worden; betogen; bevorderd worden; beweren; demonstreren; doorlopen; duwen; een stapje verder gaan; een voorstel doen; entameren; gaan; geld opleveren; gesprek aanknopen; hogerop komen; inbrengen; lopen; naar voren brengen; naar voren plaatsen; openen; opmarcheren; opperen; oprukken; opschuiven; opwerpen; poneren; pretenderen; progressie maken; stappen; starten; stellen; stuwen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeteren; verder komen; verder lopen; verdergaan; verklaren; vertolken; vervroegen; verwoorden; voorgeven; voorschieten; voorschuiven; voortbewegen; voortgaan; voortstuwen; vooruitduwen; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vooruitschuiven; vooruitstreven; voorwaarts treden; vorderen; vorderingen maken; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken; zich voortbewegen
avancer des arguments aandragen; aanvoeren

Wiktionary: aandragen

aandragen
Cross Translation:
FromToVia
aandragen impressionner; plaire ansprechen — die Aufmerksamkeit oder das Interesse von jemandem erwecken; den Geschmack von jemandem treffen
aandragen proposer vorschlagen — (transitiv): einen Vorschlag machen; eine Empfehlung machen, die abgelehnt werden kann