Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. achterhalen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de achterhalen de neerlandés a francés

achterhalen:

achterhalen verbo (achterhaal, achterhaalt, achterhaalde, achterhaalden, achterhaald)

  1. achterhalen (te weten komen)
    découvrir; résoudre; apprendre par hasard; trouver
    • découvrir verbo (découvre, découvres, découvrons, découvrez, )
    • résoudre verbo (résous, résout, résolvons, résolvez, )
    • trouver verbo (trouve, trouves, trouvons, trouvez, )

Conjugaciones de achterhalen:

o.t.t.
  1. achterhaal
  2. achterhaalt
  3. achterhaalt
  4. achterhalen
  5. achterhalen
  6. achterhalen
o.v.t.
  1. achterhaalde
  2. achterhaalde
  3. achterhaalde
  4. achterhaalden
  5. achterhaalden
  6. achterhaalden
v.t.t.
  1. heb achterhaald
  2. hebt achterhaald
  3. heeft achterhaald
  4. hebben achterhaald
  5. hebben achterhaald
  6. hebben achterhaald
v.v.t.
  1. had achterhaald
  2. had achterhaald
  3. had achterhaald
  4. hadden achterhaald
  5. hadden achterhaald
  6. hadden achterhaald
o.t.t.t.
  1. zal achterhalen
  2. zult achterhalen
  3. zal achterhalen
  4. zullen achterhalen
  5. zullen achterhalen
  6. zullen achterhalen
o.v.t.t.
  1. zou achterhalen
  2. zou achterhalen
  3. zou achterhalen
  4. zouden achterhalen
  5. zouden achterhalen
  6. zouden achterhalen
diversen
  1. achterhaal!
  2. achterhaalt!
  3. achterhaald
  4. achterhalende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achterhalen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
apprendre par hasard achterhalen; te weten komen
découvrir achterhalen; te weten komen achter komen; bloot leggen; blootleggen; lokaliseren; ontdekken; onthullen; ontknopen; ontmaskeren; ontmoeten; ontraadselen; ontrafelen; ontsluiten; ontwaren; ontwarren; openbreken; opendoen; openen; openleggen; openmaken; oplossen; opsnuffelen; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; reveleren; tegenkomen; traceren; treffen; uitvissen; vinden
résoudre achterhalen; te weten komen omzetten; ontbinden; ontcijferen; ontknopen; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; opheffen; oplossen; preciseren; tot een oplossing brengen; uiteen doen gaan; uitwerken
trouver achterhalen; te weten komen aantreffen; lokaliseren; ontdekken; ontmoeten; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; tegenkomen; terecht brengen; traceren; treffen; vinden