Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. becijferen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de becijferen de neerlandés a francés

becijferen:

becijferen verbo (becijfer, becijfert, becijferde, becijferden, becijferd)

  1. becijferen (uitrekenen; berekenen; uitwerken; calculeren)
    calculer; estimer; chiffrer
    • calculer verbo (calcule, calcules, calculons, calculez, )
    • estimer verbo (estime, estimes, estimons, estimez, )
    • chiffrer verbo (chiffre, chiffres, chiffrons, chiffrez, )

Conjugaciones de becijferen:

o.t.t.
  1. becijfer
  2. becijfert
  3. becijfert
  4. becijferen
  5. becijferen
  6. becijferen
o.v.t.
  1. becijferde
  2. becijferde
  3. becijferde
  4. becijferden
  5. becijferden
  6. becijferden
v.t.t.
  1. heb becijferd
  2. hebt becijferd
  3. heeft becijferd
  4. hebben becijferd
  5. hebben becijferd
  6. hebben becijferd
v.v.t.
  1. had becijferd
  2. had becijferd
  3. had becijferd
  4. hadden becijferd
  5. hadden becijferd
  6. hadden becijferd
o.t.t.t.
  1. zal becijferen
  2. zult becijferen
  3. zal becijferen
  4. zullen becijferen
  5. zullen becijferen
  6. zullen becijferen
o.v.t.t.
  1. zou becijferen
  2. zou becijferen
  3. zou becijferen
  4. zouden becijferen
  5. zouden becijferen
  6. zouden becijferen
diversen
  1. becijfer!
  2. becijfert!
  3. becijferd
  4. becijferende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for becijferen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
calculer becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken begroten; berekenen; erbij rekenen; meerekenen; meetellen; preciseren; ramen; rekenen; schatten; uitwerken
chiffrer becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken begroten; berekenen; ramen; schatten; versleutelen
estimer becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken aannemen; achten; adviseren; afwegen; appreciëren; begroten; bepalen; beraden; beramen; berekenen; consideren; determineren; eerbiedigen; geloven; gissen; gissing maken; hoogachten; hoogschatten; iets aanraden; iets overwegen; in acht nemen; ingeven; inschatten; ontzien; op prijs stellen; overdenken; overwegen; raden; ramen; respecteren; schatten; sparen; suggereren; taxeren; vaststellen; verschonen; waarderen

Wiktionary: becijferen

becijferen
verb
  1. uitrekenen
  2. door cijfers aanwijzen
  3. (muziek) notaties door cijfers aangeven

Cross Translation:
FromToVia
becijferen évaluer; chiffrer beziffern — (transitiv) etwas mit einem exakten oder geschätzten Zahlenwert bezeichnen