Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. beheren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de beheren de neerlandés a francés

beheren:

beheren verbo (beheer, beheert, beheerde, beheerden, beheerd)

  1. beheren (administreren; besturen)
    gérer; administrer; diriger
    • gérer verbo (gère, gères, gérons, gérez, )
    • administrer verbo (administre, administres, administrons, administrez, )
    • diriger verbo (dirige, diriges, dirigeons, dirigez, )
  2. beheren
    gérer
    • gérer verbo (gère, gères, gérons, gérez, )

Conjugaciones de beheren:

o.t.t.
  1. beheer
  2. beheert
  3. beheert
  4. beheren
  5. beheren
  6. beheren
o.v.t.
  1. beheerde
  2. beheerde
  3. beheerde
  4. beheerden
  5. beheerden
  6. beheerden
v.t.t.
  1. heb beheerd
  2. hebt beheerd
  3. heeft beheerd
  4. hebben beheerd
  5. hebben beheerd
  6. hebben beheerd
v.v.t.
  1. had beheerd
  2. had beheerd
  3. had beheerd
  4. hadden beheerd
  5. hadden beheerd
  6. hadden beheerd
o.t.t.t.
  1. zal beheren
  2. zult beheren
  3. zal beheren
  4. zullen beheren
  5. zullen beheren
  6. zullen beheren
o.v.t.t.
  1. zou beheren
  2. zou beheren
  3. zou beheren
  4. zouden beheren
  5. zouden beheren
  6. zouden beheren
diversen
  1. beheer!
  2. beheert!
  3. beheerd
  4. beherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beheren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
administrer administreren; beheren; besturen aanvoeren; besturen; bevel voeren over; binnen gieten; commanderen; geven; iemand iets toedienen; ingeven; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; verstrekken; voorzitten
diriger administreren; beheren; besturen aansturen; aanvoeren; begeleiden; besturen; bevel voeren over; bevelen; commanderen; decreteren; erdoor loodsen; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; karren; leiden; leiding geven; leidinggeven; macht uitoefenen; managen; meevoeren; opdragen; overheersen; regeren; rijden; verordenen; voeren; voorzitten
gérer administreren; beheren; besturen aanvoeren; besturen; iets aankunnen; leiden; leiding geven; managen; voorzitten

Wiktionary: beheren

beheren
verb
  1. het beheer hebben over iets
  2. iets leiden, besturen
beheren
Cross Translation:
FromToVia
beheren gérer manage — to direct or be in charge