Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. citadel:


Neerlandés

Traducciones detalladas de citadel de neerlandés a francés

citadel:

citadel [de ~] sustantivo

  1. de citadel (kasteel; ridderslot; ridderkasteel)
    le château; la citadelle; le fort; la château fort; la forteresse
  2. de citadel (versterkte legerplaats; sterkte; kasteel; fort)
    la citadelle

Translation Matrix for citadel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
château citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot burcht; kasteel; slot
château fort citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot burcht; kasteel; slot
citadelle citadel; fort; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; sterkte; versterkte legerplaats burcht; kasteel; slot
fort citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot burcht; kasteel; slot
forteresse citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot bastion; bolwerk; burcht; fort; gracht; gracht rond stad; kasteel; singel; slot; stadsgracht; stadswal; vaste grond; veste; vesting; vestingsgracht; wal
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
fort behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig

Palabras relacionadas con "citadel":

  • citadellen, citadels