Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. creneleren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de creneleren de neerlandés a francés

creneleren:

creneleren verbo (creneleer, creneleert, creneleerde, creneleerden, gecreneleerd)

  1. creneleren (insnijden)
    encocher; tailler; graver; entailler; inciser
    • encocher verbo (encoche, encoches, encochons, encochez, )
    • tailler verbo (taille, tailles, taillons, taillez, )
    • graver verbo (grave, graves, gravons, gravez, )
    • entailler verbo (entaille, entailles, entaillons, entaillez, )
    • inciser verbo (incise, incises, incisons, incisez, )

Conjugaciones de creneleren:

o.t.t.
  1. creneleer
  2. creneleert
  3. creneleert
  4. creneleren
  5. creneleren
  6. creneleren
o.v.t.
  1. creneleerde
  2. creneleerde
  3. creneleerde
  4. creneleerden
  5. creneleerden
  6. creneleerden
v.t.t.
  1. heb gecreneleerd
  2. hebt gecreneleerd
  3. heeft gecreneleerd
  4. hebben gecreneleerd
  5. hebben gecreneleerd
  6. hebben gecreneleerd
v.v.t.
  1. had gecreneleerd
  2. had gecreneleerd
  3. had gecreneleerd
  4. hadden gecreneleerd
  5. hadden gecreneleerd
  6. hadden gecreneleerd
o.t.t.t.
  1. zal creneleren
  2. zult creneleren
  3. zal creneleren
  4. zullen creneleren
  5. zullen creneleren
  6. zullen creneleren
o.v.t.t.
  1. zou creneleren
  2. zou creneleren
  3. zou creneleren
  4. zouden creneleren
  5. zouden creneleren
  6. zouden creneleren
diversen
  1. creneleer!
  2. creneleert!
  3. gecreneleerd
  4. crenelerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for creneleren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
tailler houwen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
encocher creneleren; insnijden een inkeping maken; inkepen; inkerven; kartelen; kartels krijgen; kepen; kerven
entailler creneleren; insnijden een inkeping maken; inhakken; inhouwen; inkepen; inkerven; kartelen; kartels krijgen; kepen; kerven; snijwerk maken
graver creneleren; insnijden branden; een inkeping maken; etsen; graveren; griffelen; griffen; groeven; ingraveren; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; met een stift inkrassen; uitbeitelen; uitbikken
inciser creneleren; insnijden een inkeping maken; groeven; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven
tailler creneleren; insnijden aanzetten; afknippen; afsnijden; beknotten; beperken; besnoeien; bijknippen; coifferen; couperen; een beetje knippen; een inkeping maken; inkepen; inkerven; kappen; kepen; kerven; knippen; kort knippen; kort maken; korten; op maat snijden; scherpen; slijpen; snijden; snoeien; toesnijden; trimmen; uithakken; uithouwen; uitkappen; wetten