Neerlandés

Traducciones detalladas de dwingen de neerlandés a francés

dwingen:

dwingen verbo (dwing, dwingt, dwong, dwongen, gedwongen)

  1. dwingen (forceren)
    obliger; imposer; forcer; contraindre; brusquer
    • obliger verbo (oblige, obliges, obligeons, obligez, )
    • imposer verbo (impose, imposes, imposons, imposez, )
    • forcer verbo (force, forces, forçons, forcez, )
    • contraindre verbo (contrains, contraint, contraignons, contraignez, )
    • brusquer verbo (brusque, brusques, brusquons, brusquez, )
  2. dwingen (afdwingen; forceren)
    contraindre; forcer
    • contraindre verbo (contrains, contraint, contraignons, contraignez, )
    • forcer verbo (force, forces, forçons, forcez, )
  3. dwingen (dwingen te doen)

Conjugaciones de dwingen:

o.t.t.
  1. dwing
  2. dwingt
  3. dwingt
  4. dwingen
  5. dwingen
  6. dwingen
o.v.t.
  1. dwong
  2. dwong
  3. dwong
  4. dwongen
  5. dwongen
  6. dwongen
v.t.t.
  1. heb gedwongen
  2. hebt gedwongen
  3. heeft gedwongen
  4. hebben gedwongen
  5. hebben gedwongen
  6. hebben gedwongen
v.v.t.
  1. had gedwongen
  2. had gedwongen
  3. had gedwongen
  4. hadden gedwongen
  5. hadden gedwongen
  6. hadden gedwongen
o.t.t.t.
  1. zal dwingen
  2. zult dwingen
  3. zal dwingen
  4. zullen dwingen
  5. zullen dwingen
  6. zullen dwingen
o.v.t.t.
  1. zou dwingen
  2. zou dwingen
  3. zou dwingen
  4. zouden dwingen
  5. zouden dwingen
  6. zouden dwingen
en verder
  1. ben gedwongen
  2. bent gedwongen
  3. is gedwongen
  4. zijn gedwongen
  5. zijn gedwongen
  6. zijn gedwongen
diversen
  1. dwing!
  2. dwingt!
  3. gedwongen
  4. dwingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dwingen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
imposer forceren; opdringen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
brusquer dwingen; forceren aanvallen; accelereren; attaqueren; bespoedigen; bestormen; brutaliseren; bruuskeren; geweld gebruiken; koeioneren; kwellen; narren; onheus bejegenen; overvallen; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; verhaasten; versnellen
contraindre afdwingen; dwingen; forceren aanvallen; africhten; attaqueren; bedaren; bedwingen; beheersen; bestormen; beteugelen; dier africhten; dresseren; in bedwang houden; intomen; matigen; noodzaken tot; overvallen; trainen
contraindre à faire dwingen; dwingen te doen
forcer afdwingen; dwingen; forceren aanvallen; attaqueren; bestormen; doordrijven; iem. afdwingen; kraken; losbreken; noodzaken tot; ontrukken; onttrekken; opdwingen; openbreken; openrukken; overvallen; verplichten
forcer à faire dwingen; dwingen te doen
imposer dwingen; forceren aandringen; aanhouden; aanvallen; attaqueren; bestormen; doordrijven; op iets aandringen; opleggen; opzadelen; overvallen
obliger dwingen; forceren noodzaken tot; verplichten
obliger à faire dwingen; dwingen te doen
pousser à faire dwingen; dwingen te doen
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
imposer imponeren

Definiciones relacionadas de "dwingen":

  1. zorgen dat hij doet wat jij wilt1
    • ik dwong hem uit te stappen1

Wiktionary: dwingen

dwingen
verb
  1. iemand tegen zijn wil iets opleggen
dwingen
Cross Translation:
FromToVia
dwingen forcer coerce — to use force, threat, or intimidation in attempt to compel one to act against his will
dwingen contraindre; forcer force — compel (someone to do something)
dwingen forcer; obtenir de force; obtenir par force erzwingenetwas (von jemandem) mit Zwang oder psychischem Druck erreichen
dwingen forcer zwingen — mit Gewalt zu etwas bringen

Traducciones relacionadas de dwingen