Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. fusilleren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de fusilleren de neerlandés a francés

fusilleren:

fusilleren verbo (fusilleer, fusilleert, fusilleerde, fusilleerden, gefusilleerd)

  1. fusilleren
    fusiller
    • fusiller verbo (fusille, fusilles, fusillons, fusillez, )
  2. fusilleren (doodschieten; afschieten; afknallen)
    fusiller; tuer; tuer d'un coup de fusil
    • fusiller verbo (fusille, fusilles, fusillons, fusillez, )
    • tuer verbo (tue, tues, tuons, tuez, )

Conjugaciones de fusilleren:

o.t.t.
  1. fusilleer
  2. fusilleert
  3. fusilleert
  4. fusilleren
  5. fusilleren
  6. fusilleren
o.v.t.
  1. fusilleerde
  2. fusilleerde
  3. fusilleerde
  4. fusilleerden
  5. fusilleerden
  6. fusilleerden
v.t.t.
  1. heb gefusilleerd
  2. hebt gefusilleerd
  3. heeft gefusilleerd
  4. hebben gefusilleerd
  5. hebben gefusilleerd
  6. hebben gefusilleerd
v.v.t.
  1. had gefusilleerd
  2. had gefusilleerd
  3. had gefusilleerd
  4. hadden gefusilleerd
  5. hadden gefusilleerd
  6. hadden gefusilleerd
o.t.t.t.
  1. zal fusilleren
  2. zult fusilleren
  3. zal fusilleren
  4. zullen fusilleren
  5. zullen fusilleren
  6. zullen fusilleren
o.v.t.t.
  1. zou fusilleren
  2. zou fusilleren
  3. zou fusilleren
  4. zouden fusilleren
  5. zouden fusilleren
  6. zouden fusilleren
en verder
  1. ben gefusilleerd
  2. bent gefusilleerd
  3. is gefusilleerd
  4. zijn gefusilleerd
  5. zijn gefusilleerd
  6. zijn gefusilleerd
diversen
  1. fusilleer!
  2. fusilleert!
  3. gefusilleerd
  4. fusilleerd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for fusilleren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fusiller afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; schieten op; vermoorden
tuer afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren afmaken; afslachten; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; koudmaken; liquideren; moorden; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; overhoopschieten; slachten; uit de weg ruimen; van kant maken; vermoorden
tuer d'un coup de fusil afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren