Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. hel:
  2. hellen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hel de neerlandés a francés

hel:

hel [de ~] sustantivo

  1. de hel (duisternis)
    l'enfer; le le royaume des ténèbres; la géhenne; la ténèbres; le feu éternel; l'enfers

hel adj.

  1. hel
    vif; clair

Translation Matrix for hel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
enfer duisternis; hel
enfers duisternis; hel onderwereld; penoze
feu éternel duisternis; hel
géhenne duisternis; hel pijnbank
le royaume des ténèbres duisternis; hel
ténèbres duisternis; hel deemstering; donker; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; onduidelijkheid
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
clair hel aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; begrijpelijk; bevatbaar; bevattelijk; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; eenduidig; frappant; gekuist; geprononceerd; gereinigd; glasachtig; glashelder; glazig; helder; herkenbaar; in het oog lopend; in het oog springend; inzichtelijk; klaar; klare; kristalhelder; licht; markant; netjes; niet donker; onbewolkt; ondubbelzinnig; onknap; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overzichtelijk; saillant; transparant; treffend; uitgesproken; verhelderend; verstaanbaar; zuiver
vif hel actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; flink; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hevig; hip; intens; intensief; kien; kittig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levenslustig; modieus; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vitaal; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker

Palabras relacionadas con "hel":


Wiktionary: hel

hel
noun
  1. een plek waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naar toe gaan
hel
adjective
  1. Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
noun
  1. Religion
  2. L’enfer. (1)

Cross Translation:
FromToVia
hel enfer hell — place of suffering in life
hel enfer hell — where sinners go

hellen:

hellen verbo (hel, helt, helde, helden, geheld)

  1. hellen (voorover buigen; overhellen; voorover hellen)

Conjugaciones de hellen:

o.t.t.
  1. hel
  2. helt
  3. helt
  4. hellen
  5. hellen
  6. hellen
o.v.t.
  1. helde
  2. helde
  3. helde
  4. helden
  5. helden
  6. helden
v.t.t.
  1. heb geheld
  2. hebt geheld
  3. heeft geheld
  4. hebben geheld
  5. hebben geheld
  6. hebben geheld
v.v.t.
  1. had geheld
  2. had geheld
  3. had geheld
  4. hadden geheld
  5. hadden geheld
  6. hadden geheld
o.t.t.t.
  1. zal hellen
  2. zult hellen
  3. zal hellen
  4. zullen hellen
  5. zullen hellen
  6. zullen hellen
o.v.t.t.
  1. zou hellen
  2. zou hellen
  3. zou hellen
  4. zouden hellen
  5. zouden hellen
  6. zouden hellen
en verder
  1. is geheld
  2. zijn geheld
diversen
  1. hel!
  2. helt!
  3. geheld
  4. hellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hellen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
s'incliner hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen buigen; eerbied tonen; krom buigen; krommen; neerbuigen; neigen; nijgen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; welven; wringen
se pencher hellen; overhellen; voorover buigen; voorover hellen bukken; voorover bukken

Palabras relacionadas con "hellen":


Wiktionary: hellen

hellen
verb
  1. schuin staan
hellen
verb
  1. Incliner (sens général)

Traducciones relacionadas de hel