Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. immers:
  2. Wiktionary:
    • immers → si


Neerlandés

Traducciones detalladas de immers de neerlandés a francés

immers:

immers adj.

  1. immers

Translation Matrix for immers:

AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
- namelijk
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
- want
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
donc immers bijgevolg; daarom; derhalve; dus; mitsdien
n'est-ce pas immers
puisque immers aangezien; daar; doordat; omdat; vermits

Sinónimos de "immers":


Definiciones relacionadas de "immers":

  1. toch zeker1
    • ik heb het je immers beloofd!1
  2. er wordt een reden of argument genoemd1
    • zout is gezond, alle mensen hebben immers zout nodig1

Wiktionary: immers

immers
conjunction
  1. Conjonction qui introduit une condition (suivie d’une conséquence) ou une supposition qui peut être supprimée en utilisant un conditionnel. Dans le cas où, à condition que, supposer que.