Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. kringel:
  2. kringelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kringel de neerlandés a francés

kringel:

kringel [znw.] sustantivo

  1. kringel (kringvormig; kring)
    le cercle; le rond; l'auréole; l'halo
  2. kringel (cirkeltje; kringetje)
    le petit cercle

Translation Matrix for kringel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
auréole kring; kringel; kringvormig aura; aureool; halo; heiligenschijn; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon
cercle kring; kringel; kringvormig bond; broederschap; cirkel; cirkelvorm; club; genootschap; gezelschap; gilde; kring; omgang; omgang hebben met; orde; organisatie; partij; ploeg; ring; ronde doen; rondje; societiet; sociëteit; soos; stadionring; team; unie; vereniging
halo kring; kringel; kringvormig aura; aureool; halo; heiligenschijn; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon
petit cercle cirkeltje; kringel; kringetje
rond kring; kringel; kringvormig cirkel; cirkelvorm; kring; ring; stadionring
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
rond bol; bolstaand; bolvormig; concaaf; holrond; kogelrond; kogelvormig; rond; sferisch

Palabras relacionadas con "kringel":


kringelen:

kringelen verbo (kringel, kringelt, kringelde, kringelden, gekringeld)

  1. kringelen (in kringetjes ronddraaien)
    serpenter; tournoyer
    • serpenter verbo (serpente, serpentes, serpentons, serpentez, )
    • tournoyer verbo (tournoie, tournoies, tournoyons, tournoyez, )

Conjugaciones de kringelen:

o.t.t.
  1. kringel
  2. kringelt
  3. kringelt
  4. kringelen
  5. kringelen
  6. kringelen
o.v.t.
  1. kringelde
  2. kringelde
  3. kringelde
  4. kringelden
  5. kringelden
  6. kringelden
v.t.t.
  1. ben gekringeld
  2. bent gekringeld
  3. is gekringeld
  4. zijn gekringeld
  5. zijn gekringeld
  6. zijn gekringeld
v.v.t.
  1. was gekringeld
  2. was gekringeld
  3. was gekringeld
  4. waren gekringeld
  5. waren gekringeld
  6. waren gekringeld
o.t.t.t.
  1. zal kringelen
  2. zult kringelen
  3. zal kringelen
  4. zullen kringelen
  5. zullen kringelen
  6. zullen kringelen
o.v.t.t.
  1. zou kringelen
  2. zou kringelen
  3. zou kringelen
  4. zouden kringelen
  5. zouden kringelen
  6. zouden kringelen
en verder
  1. heeft gekringeld
  2. hebben gekringeld
diversen
  1. kringel!
  2. kringelt!
  3. gekringeld
  4. kringelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kringelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
serpenter in kringetjes ronddraaien; kringelen omhoogkronkelen
tournoyer in kringetjes ronddraaien; kringelen draaien; dwarrelen; kantelen; kolken; naar beneden zweven; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen; wriggelen; wrikken

Palabras relacionadas con "kringelen":