Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/francés ->Traducir nadruk

Traducir nadruk de neerlandés a francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

nadruk:
- accent; domaine qui mérite une attention particulière; accent principal; accentuation; insistance; inflexion; accent d'intensité
Wiktionary:
- nadruk → accentuer
- nadruk → emphase, insistance
- nadruk → accent, emphase

Neerlandés

Traducciones detalladas de nadruk de neerlandés a francés

nadruk:

nadruk [de ~ (m)] sustantivo

de nadruk (klemtoon; accent; hoofdtoon)
l'accent; le domaine qui mérite une attention particulière; l'accent principal; l'accentuation; l'insistance; l'inflexion; l'accent d'intensité
- accent [le ~] sustantivo
- domaine qui mérite une attention particulière [le ~] sustantivo
- accent principal [le ~] sustantivo
- accentuation [le ~] sustantivo
- insistance [la ~] sustantivo
- inflexion [la ~] sustantivo
- accent d'intensité [le ~] sustantivo

Translation Matrix for nadruk:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
accent	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk	accent; accentteken; benadrukking; compositie; dialect; intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; klemtoonteken; kleur; kleurtje; modulatie; stembuiging; stemgeluid; taaltje; timbre; tint; tongval; toon; toonval; toonzetting
accent d'intensité	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
accent principal	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
accentuation	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
domaine qui mérite une attention particulière	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk	aandachtspunt
inflexion	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk	declinatie; verbuiging
insistance	accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk
-	accent; klemtoon

Palabras relacionadas con "nadruk":

nadrukken

Sinónimos de "nadruk":

accent; klemtoon

Definiciones relacionadas de "nadruk":

zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt¹
- bij het woord 'tafel' ligt de nadruk op de eerste lettergreep¹
kracht waarmee je iets zegt¹
- met nadruk zei hij dat hij onschuldig was¹

Wiktionary: nadruk

nadruk

verb

marquer d’un accent.
- accentuer → nadruk; leggen; op; benadrukken; met nadruk zeggen; nadruk leggen op; accentueren; beklemtonen; de klemtoon leggen op

noun

affectation pompeux dans le discours ou dans le débit.
- emphase → klem; nadruk; bombast
action d’insister.
- insistance → accent; klemtoon; nadruk

Cross Translation:

From	To	Via
• nadruk	→ accent; emphase	↔ emphasis — special weight or forcefulness given to something considered important

Traducciones relacionadas de nadruk

met nadruk

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios