Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. ontschieten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontschieten de neerlandés a francés

ontschieten:

ontschieten verbo (ontschiet, ontschoot, ontschoten, ontschoten)

  1. ontschieten (per ongeluk zeggen; ontglippen; ontvallen)

Conjugaciones de ontschieten:

o.t.t.
  1. ontschiet
  2. ontschiet
  3. ontschiet
  4. ontschieten
  5. ontschieten
  6. ontschieten
o.v.t.
  1. ontschoot
  2. ontschoot
  3. ontschoot
  4. ontschoten
  5. ontschoten
  6. ontschoten
v.t.t.
  1. ben ontschoten
  2. bent ontschoten
  3. is ontschoten
  4. zijn ontschoten
  5. zijn ontschoten
  6. zijn ontschoten
v.v.t.
  1. was ontschoten
  2. was ontschoten
  3. was ontschoten
  4. waren ontschoten
  5. waren ontschoten
  6. waren ontschoten
o.t.t.t.
  1. zal ontschieten
  2. zult ontschieten
  3. zal ontschieten
  4. zullen ontschieten
  5. zullen ontschieten
  6. zullen ontschieten
o.v.t.t.
  1. zou ontschieten
  2. zou ontschieten
  3. zou ontschieten
  4. zouden ontschieten
  5. zouden ontschieten
  6. zouden ontschieten
diversen
  1. ontschiet!
  2. ontschiet!
  3. ontschoten
  4. ontschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontschieten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dire quelque chose par accident ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen
échapper à ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen aan iemands aandacht ontgaan; de plaat poetsen; deserteren; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; ervandoor gaan; floepen; glippen; hem smeren; het leger ontvluchten; losbreken; mijden; ontgaan; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan; uitwijken voor iets; vermijden; wegglippen; zich met geweld losbreken; zich uit de voeten maken