Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. openbreken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de openbreken de neerlandés a francés

openbreken:

openbreken verbo (breek open, breekt open, brak open, braken open, opengebroken)

  1. openbreken (kraken; losbreken)
    décoder; enfoncer; détacher; forcer; ouvrir brusquement
    • décoder verbo (décode, décodes, décodons, décodez, )
    • enfoncer verbo (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, )
    • détacher verbo (détache, détaches, détachons, détachez, )
    • forcer verbo (force, forces, forçons, forcez, )
  2. openbreken (openleggen)
    ouvrir; découvrir
    • ouvrir verbo (ouvre, ouvres, ouvrons, ouvrez, )
    • découvrir verbo (découvre, découvres, découvrons, découvrez, )

Conjugaciones de openbreken:

o.t.t.
  1. breek open
  2. breekt open
  3. breekt open
  4. breken open
  5. breken open
  6. breken open
o.v.t.
  1. brak open
  2. brak open
  3. brak open
  4. braken open
  5. braken open
  6. braken open
v.t.t.
  1. heb opengebroken
  2. hebt opengebroken
  3. heeft opengebroken
  4. hebben opengebroken
  5. hebben opengebroken
  6. hebben opengebroken
v.v.t.
  1. had opengebroken
  2. had opengebroken
  3. had opengebroken
  4. hadden opengebroken
  5. hadden opengebroken
  6. hadden opengebroken
o.t.t.t.
  1. zal openbreken
  2. zult openbreken
  3. zal openbreken
  4. zullen openbreken
  5. zullen openbreken
  6. zullen openbreken
o.v.t.t.
  1. zou openbreken
  2. zou openbreken
  3. zou openbreken
  4. zouden openbreken
  5. zouden openbreken
  6. zouden openbreken
en verder
  1. is opengebroken
  2. zijn opengebroken
diversen
  1. breek open!
  2. breekt open!
  3. opengebroken
  4. openbrekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for openbreken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
décoder kraken; losbreken; openbreken dechiffreren; decoderen; ontcijferen; ontwarren; oplossen; tot een oplossing brengen
découvrir openbreken; openleggen achter komen; achterhalen; bloot leggen; blootleggen; lokaliseren; ontdekken; onthullen; ontknopen; ontmaskeren; ontmoeten; ontraadselen; ontrafelen; ontsluiten; ontwaren; ontwarren; opendoen; openen; openmaken; oplossen; opsnuffelen; opsporen; plaats toekennen; plaatsen; reveleren; te weten komen; tegenkomen; traceren; treffen; uitvissen; vinden
détacher kraken; losbreken; openbreken afhaken; afkoppelen; afplukken; afrukken; afscheiden; afscheuren; afsplitsen; afspoelen; afvallen; afzeggen; afzien van; afzonderen; detacheren; eruitstappen; gaan; heengaan; loskoppelen; loskrijgen; losmaken; losslaan; lossnijden; lostornen; loswerken; niet-beschikbaar maken; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; plukken; scheiden; separeren; splitsen; stoppen; tewerkstellen; tornen; uithalen; uittrekken; uitzenden; vertrekken; weggaan
enfoncer kraken; losbreken; openbreken aanslaan; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; heien; indrukken; induwen; inheien; inkloppen; intikken; intoetsen; intypen; naar beneden drukken; neerdrukken; openhakken; opentrappen; taxeren
forcer kraken; losbreken; openbreken aanvallen; afdwingen; attaqueren; bestormen; doordrijven; dwingen; forceren; iem. afdwingen; noodzaken tot; ontrukken; onttrekken; opdwingen; openrukken; overvallen; verplichten
ouvrir openbreken; openleggen aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; beginnen; detacheren; doorprikken; een begin nemen; een weg vrijmaken; entameren; gesprek aanknopen; inleiden; losgaan; losknopen; loskrijgen; losmaken; loswerken; ontgrendelen; ontknopen; ontplooien; ontsluiten; opendoen; opendraaien; opendrukken; openen; opengaan; openmaken; openprikken; openslaan; opensteken; openstellen; opentrekken; opwerpen; scheiden; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; toegankelijk maken; uiteenvouwen; van start gaan; vrijgeven; zich een weg banen
ouvrir brusquement kraken; losbreken; openbreken openrukken

Wiktionary: openbreken

openbreken
verb
  1. (vieilli) agri|fr remuer, fouiller des terres profondément, en y mêler de l’engrais.