Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de parasiteren de neerlandés a francés

parasiteren:

parasiteren verbo (parasiteer, parasiteert, parasiteerde, parasiteerden, geparasiteerd)

  1. parasiteren (klaplopen; op iemands zak teren)
    mendier; quémander; faire la manche; profiter de quelqu'un; vivre en parasite; demander l'aumône; demander la charité; faire le parasite
    • mendier verbo (mendie, mendies, mendions, mendiez, )
    • quémander verbo (quémande, quémandes, quémandons, quémandez, )

Conjugaciones de parasiteren:

o.t.t.
  1. parasiteer
  2. parasiteert
  3. parasiteert
  4. parasiteren
  5. parasiteren
  6. parasiteren
o.v.t.
  1. parasiteerde
  2. parasiteerde
  3. parasiteerde
  4. parasiteerden
  5. parasiteerden
  6. parasiteerden
v.t.t.
  1. heb geparasiteerd
  2. hebt geparasiteerd
  3. heeft geparasiteerd
  4. hebben geparasiteerd
  5. hebben geparasiteerd
  6. hebben geparasiteerd
v.v.t.
  1. had geparasiteerd
  2. had geparasiteerd
  3. had geparasiteerd
  4. hadden geparasiteerd
  5. hadden geparasiteerd
  6. hadden geparasiteerd
o.t.t.t.
  1. zal parasiteren
  2. zult parasiteren
  3. zal parasiteren
  4. zullen parasiteren
  5. zullen parasiteren
  6. zullen parasiteren
o.v.t.t.
  1. zou parasiteren
  2. zou parasiteren
  3. zou parasiteren
  4. zouden parasiteren
  5. zouden parasiteren
  6. zouden parasiteren
diversen
  1. parasiteer!
  2. parasiteert!
  3. geparasiteerd
  4. parasiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for parasiteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
demander l'aumône klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren
demander la charité klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren
faire la manche klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren
faire le parasite klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren
mendier klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren afbedelen; bedelen; schooien; schooieren
profiter de quelqu'un klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren
quémander klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren
vivre en parasite klaplopen; op iemands zak teren; parasiteren

Wiktionary: parasiteren

parasiteren
verb
  1. zich ten koste van een ander organisme in stand houden

Cross Translation:
FromToVia
parasiteren parasiter parasitize — live off a host