Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. prikkend:
  2. prikken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de prikkend de neerlandés a francés

prikkend:

prikkend adj.

  1. prikkend

Translation Matrix for prikkend:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
cuisant prikkend beklemmend; fel; hanig; knellend; nijpend; pinnig; scherp; smartelijk; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp

prikken:

prikken verbo (prik, prikt, prikte, prikten, geprikt)

  1. prikken (steken geven; steken)
    piquer
    • piquer verbo (pique, piques, piquons, piquez, )

Conjugaciones de prikken:

o.t.t.
  1. prik
  2. prikt
  3. prikt
  4. prikken
  5. prikken
  6. prikken
o.v.t.
  1. prikte
  2. prikte
  3. prikte
  4. prikten
  5. prikten
  6. prikten
v.t.t.
  1. heb geprikt
  2. hebt geprikt
  3. heeft geprikt
  4. hebben geprikt
  5. hebben geprikt
  6. hebben geprikt
v.v.t.
  1. had geprikt
  2. had geprikt
  3. had geprikt
  4. hadden geprikt
  5. hadden geprikt
  6. hadden geprikt
o.t.t.t.
  1. zal prikken
  2. zult prikken
  3. zal prikken
  4. zullen prikken
  5. zullen prikken
  6. zullen prikken
o.v.t.t.
  1. zou prikken
  2. zou prikken
  3. zou prikken
  4. zouden prikken
  5. zouden prikken
  6. zouden prikken
diversen
  1. prik!
  2. prikt!
  3. geprikt
  4. prikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for prikken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
piquer prikken; steken; steken geven aanbijten; aanvreten; achteroverdrukken; afbedelen; afnemen; afpakken; aftroggelen; benemen; betrappen; bietsen; dichtbijten; ergeren; gappen; graaien; grijpen; grissen; happen; inpikken; irriteren; jatten; kapen; leegstelen; lekker eten; met spuit een medicijn toedienen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; op de zenuwen werken; opwekken; opwinden; pikken; plunderen; prikkelen; raspen; roven; savoureren; schaven; schuren; smikkelen; smullen; snaaien; snappen; spuiten; stelen; stimuleren; toebijten; toehappen; toesnauwen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervelen; vervreemden; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

Palabras relacionadas con "prikken":


Wiktionary: prikken

prikken
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
prikken irriter; piquer nettle — of the nettle plant etc., to sting causing a rash