Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. rekwisiteren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rekwisiteren de neerlandés a francés

rekwisiteren:

rekwisiteren verbo (rekwisiteer, rekwisiteert, rekwisiteerde, rekwisiteerden, gerekwisiteerd)

  1. rekwisiteren
    requérir
    • requérir verbo (requiers, requiert, requérons, requérez, )

Conjugaciones de rekwisiteren:

o.t.t.
  1. rekwisiteer
  2. rekwisiteert
  3. rekwisiteert
  4. rekwisiteren
  5. rekwisiteren
  6. rekwisiteren
o.v.t.
  1. rekwisiteerde
  2. rekwisiteerde
  3. rekwisiteerde
  4. rekwisiteerden
  5. rekwisiteerden
  6. rekwisiteerden
v.t.t.
  1. heb gerekwisiteerd
  2. hebt gerekwisiteerd
  3. heeft gerekwisiteerd
  4. hebben gerekwisiteerd
  5. hebben gerekwisiteerd
  6. hebben gerekwisiteerd
v.v.t.
  1. had gerekwisiteerd
  2. had gerekwisiteerd
  3. had gerekwisiteerd
  4. hadden gerekwisiteerd
  5. hadden gerekwisiteerd
  6. hadden gerekwisiteerd
o.t.t.t.
  1. zal rekwisiteren
  2. zult rekwisiteren
  3. zal rekwisiteren
  4. zullen rekwisiteren
  5. zullen rekwisiteren
  6. zullen rekwisiteren
o.v.t.t.
  1. zou rekwisiteren
  2. zou rekwisiteren
  3. zou rekwisiteren
  4. zouden rekwisiteren
  5. zouden rekwisiteren
  6. zouden rekwisiteren
diversen
  1. rekwisiteer!
  2. rekwisiteert!
  3. gerekwisiteerd
  4. rekwisiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rekwisiteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
requérir rekwisiteren aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; aanzoeken; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; uitnodigen; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen