Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. schors:
  2. schorsen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de schors de neerlandés a francés

schors:

schors [de ~] sustantivo

  1. de schors (bast)
    l'écorce; l'écale
  2. de schors (stukje schors)
    l'écorce

Translation Matrix for schors:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
écale bast; schors bolster; dop; schaal; schil
écorce bast; schors; stukje schors boomschors; korst; korstje; kurk; omhulling; peul; roof; schaal; schelp; schil; vel; wondkorst

Palabras relacionadas con "schors":


Wiktionary: schors

schors
noun
  1. enveloppe extérieure de l’œuf.
  2. Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux

Cross Translation:
FromToVia
schors écorce bark — exterior covering of a tree

schorsen:

schorsen verbo (schors, schorst, schorste, schorsten, geschorst)

  1. schorsen (suspenderen)
    suspendre
    • suspendre verbo (suspends, suspend, suspendons, suspendez, )

Conjugaciones de schorsen:

o.t.t.
  1. schors
  2. schorst
  3. schorst
  4. schorsen
  5. schorsen
  6. schorsen
o.v.t.
  1. schorste
  2. schorste
  3. schorste
  4. schorsten
  5. schorsten
  6. schorsten
v.t.t.
  1. heb geschorst
  2. hebt geschorst
  3. heeft geschorst
  4. hebben geschorst
  5. hebben geschorst
  6. hebben geschorst
v.v.t.
  1. had geschorst
  2. had geschorst
  3. had geschorst
  4. hadden geschorst
  5. hadden geschorst
  6. hadden geschorst
o.t.t.t.
  1. zal schorsen
  2. zult schorsen
  3. zal schorsen
  4. zullen schorsen
  5. zullen schorsen
  6. zullen schorsen
o.v.t.t.
  1. zou schorsen
  2. zou schorsen
  3. zou schorsen
  4. zouden schorsen
  5. zouden schorsen
  6. zouden schorsen
en verder
  1. ben geschorst
  2. bent geschorst
  3. is geschorst
  4. zijn geschorst
  5. zijn geschorst
  6. zijn geschorst
diversen
  1. schors!
  2. schorst!
  3. geschorst
  4. schorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schorsen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
suspendre schorsen; suspenderen afbestellen; afgelasten; afsluiten; afzeggen; annuleren; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; intrekken; nietig verklaren; ophangen; ophouden; opknopen; stilleggen; stoppen

Palabras relacionadas con "schorsen":


Wiktionary: schorsen

schorsen
verb
  1. voorlopig of tijdelijk verbieden een functie uit te voeren
  2. tijdelijk onderbreken

Cross Translation:
FromToVia
schorsen suspendre suspend — To halt temporarily
schorsen suspendre suspendieren — jemanden zeitweise von einer Verpflichtung oder einem Amt entbinden
schorsen suspendre suspendieren — etwas zeitweilig aufheben

Traducciones relacionadas de schors