Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. stuw:
  2. stuwen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de stuw de neerlandés a francés

stuw:

stuw [de ~ (m)] sustantivo

  1. de stuw (keerdam; stuwdam; waterkering; dam)
    le barrage; la digue

Translation Matrix for stuw:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
barrage dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering afsluitboom; afsluitdijk; afsluiting; barricade; dam; dichtmaken; dijk; het afsluiten; slagboom; sluitboom; sluiting; versperring
digue dam; keerdam; stuw; stuwdam; waterkering afsluitdijk; dam; dijk

Palabras relacionadas con "stuw":


Wiktionary: stuw


Cross Translation:
FromToVia
stuw digue WehrTechnik, Wasserbau: Anlage zur Stauung von Wasser, die quer durch ein fließendes Gewässer ist

stuwen:

stuwen verbo (stuw, stuwt, stuwde, stuwden, gestuwd)

  1. stuwen (voortstuwen; vooruitduwen)
    pousser en avant; faire avancer; avancer; propulser
    • avancer verbo (avance, avances, avançons, avancez, )
    • propulser verbo (propulse, propulses, propulsons, propulsez, )
  2. stuwen (voortstuwen; opstuwen)
    pousser en avant; propulser
    • propulser verbo (propulse, propulses, propulsons, propulsez, )

Conjugaciones de stuwen:

o.t.t.
  1. stuw
  2. stuwt
  3. stuwt
  4. stuwen
  5. stuwen
  6. stuwen
o.v.t.
  1. stuwde
  2. stuwde
  3. stuwde
  4. stuwden
  5. stuwden
  6. stuwden
v.t.t.
  1. heb gestuwd
  2. hebt gestuwd
  3. heeft gestuwd
  4. hebben gestuwd
  5. hebben gestuwd
  6. hebben gestuwd
v.v.t.
  1. had gestuwd
  2. had gestuwd
  3. had gestuwd
  4. hadden gestuwd
  5. hadden gestuwd
  6. hadden gestuwd
o.t.t.t.
  1. zal stuwen
  2. zult stuwen
  3. zal stuwen
  4. zullen stuwen
  5. zullen stuwen
  6. zullen stuwen
o.v.t.t.
  1. zou stuwen
  2. zou stuwen
  3. zou stuwen
  4. zouden stuwen
  5. zouden stuwen
  6. zouden stuwen
en verder
  1. ben gestuwd
  2. bent gestuwd
  3. is gestuwd
  4. zijn gestuwd
  5. zijn gestuwd
  6. zijn gestuwd
diversen
  1. stuw!
  2. stuwt!
  3. gestuwd
  4. stuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stuwen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
avancer oprukken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avancer stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aandragen; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvoeren; avanceren; beter worden; betogen; bevorderd worden; beweren; demonstreren; doorlopen; duwen; een stapje verder gaan; een voorstel doen; entameren; gaan; geld opleveren; gesprek aanknopen; hogerop komen; inbrengen; lopen; naar voren brengen; naar voren plaatsen; openen; opmarcheren; opperen; oprukken; opschuiven; opwerpen; poneren; pretenderen; progressie maken; stappen; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeteren; verder komen; verder lopen; verdergaan; verklaren; vertolken; vervroegen; verwoorden; voorgeven; voorschieten; voorschuiven; voortbewegen; voortgaan; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vooruitschuiven; vooruitstreven; voorwaarts treden; vorderen; vorderingen maken; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken; zich voortbewegen
faire avancer stuwen; voortstuwen; vooruitduwen voortbewegen; vooruitbrengen
pousser en avant opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aanduwen; aanzetten; aanzwiepen; duwen; opdrijven; opschuiven; opzwepen; schuiven; sterk prikkelen; voorschuiven; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; voortschuiven; vooruitduwen; vooruitschuiven; wegjagen
propulser opstuwen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen aanzetten; aanzwiepen; opdrijven; opzwepen; sterk prikkelen; voortbewegen; voortdrijven; voortjagen; vooruitschieten; wegjagen

Palabras relacionadas con "stuwen":


Wiktionary: stuwen

stuwen
Cross Translation:
FromToVia
stuwen pousser; mener treiben — dazu zwingen, sich in eine bestimmte Richtung zu bewegen