Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. toedragen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de toedragen de neerlandés a francés

toedragen:

toedragen verbo (draag toe, draagt toe, droeg toe, droegen toe, toegedragen)

  1. toedragen (toevoeren)
    amener; donner; livrer
    • amener verbo (amène, amènes, amenons, amenez, )
    • donner verbo (donne, donnes, donnons, donnez, )
    • livrer verbo (livre, livres, livrons, livrez, )

Conjugaciones de toedragen:

o.t.t.
  1. draag toe
  2. draagt toe
  3. draagt toe
  4. dragen toe
  5. dragen toe
  6. dragen toe
o.v.t.
  1. droeg toe
  2. droeg toe
  3. droeg toe
  4. droegen toe
  5. droegen toe
  6. droegen toe
v.t.t.
  1. heb toegedragen
  2. hebt toegedragen
  3. heeft toegedragen
  4. hebben toegedragen
  5. hebben toegedragen
  6. hebben toegedragen
v.v.t.
  1. had toegedragen
  2. had toegedragen
  3. had toegedragen
  4. hadden toegedragen
  5. hadden toegedragen
  6. hadden toegedragen
o.t.t.t.
  1. zal toedragen
  2. zult toedragen
  3. zal toedragen
  4. zullen toedragen
  5. zullen toedragen
  6. zullen toedragen
o.v.t.t.
  1. zou toedragen
  2. zou toedragen
  3. zou toedragen
  4. zouden toedragen
  5. zouden toedragen
  6. zouden toedragen
en verder
  1. ben toegedragen
  2. bent toegedragen
  3. is toegedragen
  4. zijn toegedragen
  5. zijn toegedragen
  6. zijn toegedragen
diversen
  1. draag toe!
  2. draagt toe!
  3. toegedragen
  4. toedragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toedragen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
donner weggeven
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
amener toedragen; toevoeren losmaken; teweegbrengen; voorleiden
donner toedragen; toevoeren aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; declareren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; reiken; schenken; ten huwelijk geven; toebrengen; toesteken; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; verlenen; verstrekken; weggeven; wegschenken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
livrer toedragen; toevoeren aangeven; aanleveren; aanreiken; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; gunnen; gunst verlenen; leveren; opbrengen; opleveren; overgeven; overhandigen; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toeleveren; toesteken; verlenen; verstrekken; versturen; zenden