Neerlandés

Traducciones detalladas de tussenkomen de neerlandés a francés

tussenkomen:

tussenkomen verbo (kom tussen, komt tussen, kwam tussen, kwamen tussen, tussengekomen)

  1. tussenkomen (tussenbeide komen; interfereren; interveniëren; )
    intervenir; intercéder; intercéder en faveur de qn; s'interposer; s'entremettre
    • intervenir verbo (interviens, intervient, intervenons, intervenez, )
    • intercéder verbo (intercède, intercèdes, intercédons, intercédez, )
    • s'interposer verbo
  2. tussenkomen (bemiddelen)
    servir de médiateur dans; négocier; concilier
    • négocier verbo (négocie, négocies, négocions, négociez, )
    • concilier verbo (concilie, concilies, concilions, conciliez, )

Conjugaciones de tussenkomen:

o.t.t.
  1. kom tussen
  2. komt tussen
  3. komt tussen
  4. komen tussen
  5. komen tussen
  6. komen tussen
o.v.t.
  1. kwam tussen
  2. kwam tussen
  3. kwam tussen
  4. kwamen tussen
  5. kwamen tussen
  6. kwamen tussen
v.t.t.
  1. ben tussengekomen
  2. bent tussengekomen
  3. is tussengekomen
  4. zijn tussengekomen
  5. zijn tussengekomen
  6. zijn tussengekomen
v.v.t.
  1. was tussengekomen
  2. was tussengekomen
  3. was tussengekomen
  4. waren tussengekomen
  5. waren tussengekomen
  6. waren tussengekomen
o.t.t.t.
  1. zal tussenkomen
  2. zult tussenkomen
  3. zal tussenkomen
  4. zullen tussenkomen
  5. zullen tussenkomen
  6. zullen tussenkomen
o.v.t.t.
  1. zou tussenkomen
  2. zou tussenkomen
  3. zou tussenkomen
  4. zouden tussenkomen
  5. zouden tussenkomen
  6. zouden tussenkomen
diversen
  1. kom tussen!
  2. komt tussen!
  3. tussengekomen
  4. tussenkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tussenkomen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
concilier bemiddelen; tussenkomen bijleggen; goedmaken; met elkaar in overeenstemming brengen; overeenbrengen; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; schikken; verzoenen; vrede sluiten
intercéder bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen
intercéder en faveur de qn bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen
intervenir bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen bemoeien; fungeren; in de rede vallen; inmengen; interrumperen; mengen; onderbreken; optreden als; tussenspringen
négocier bemiddelen; tussenkomen afdingen; afpingelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren; verhandelen; verkopen
s'entremettre bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen in de rede vallen; interrumperen; onderbreken
s'interposer bemiddelen; ingrijpen; interfereren; interrumperen; interveniëren; tussenbeide komen; tussenkomen bemoeien; in de rede vallen; inmengen; interrumperen; mengen; onderbreken
servir de médiateur dans bemiddelen; tussenkomen afdingen; afpingelen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren

Wiktionary: tussenkomen


Cross Translation:
FromToVia
tussenkomen intervenir intervene — to come between, or to be between, persons or things
tussenkomen se mêler meddle — to interfere in affairs