Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. uitdenken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitdenken de neerlandés a francés

uitdenken:

uitdenken verbo (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)

  1. uitdenken (verzinnen; bedenken; verdichten; fantaseren; voorwenden)
    imaginer; tramer; fabuler
    • imaginer verbo (imagine, imagines, imaginons, imaginez, )
    • tramer verbo (trame, trames, tramons, tramez, )
    • fabuler verbo (fabule, fabules, fabulons, fabulez, )
  2. uitdenken (uitknobbelen; uitkienen; uitdokteren)
    inventer; concocter; imaginer; fabriquer
    • inventer verbo (invente, inventes, inventons, inventez, )
    • concocter verbo (concocte, concoctes, concoctons, concoctez, )
    • imaginer verbo (imagine, imagines, imaginons, imaginez, )
    • fabriquer verbo (fabrique, fabriques, fabriquons, fabriquez, )

Conjugaciones de uitdenken:

o.t.t.
  1. denk uit
  2. denkt uit
  3. denkt uit
  4. denken uit
  5. denken uit
  6. denken uit
o.v.t.
  1. dacht uit
  2. dacht uit
  3. dacht uit
  4. dachten uit
  5. dachten uit
  6. dachten uit
v.t.t.
  1. heb uitgedacht
  2. hebt uitgedacht
  3. heeft uitgedacht
  4. hebben uitgedacht
  5. hebben uitgedacht
  6. hebben uitgedacht
v.v.t.
  1. had uitgedacht
  2. had uitgedacht
  3. had uitgedacht
  4. hadden uitgedacht
  5. hadden uitgedacht
  6. hadden uitgedacht
o.t.t.t.
  1. zal uitdenken
  2. zult uitdenken
  3. zal uitdenken
  4. zullen uitdenken
  5. zullen uitdenken
  6. zullen uitdenken
o.v.t.t.
  1. zou uitdenken
  2. zou uitdenken
  3. zou uitdenken
  4. zouden uitdenken
  5. zouden uitdenken
  6. zouden uitdenken
en verder
  1. ben uitgedacht
  2. bent uitgedacht
  3. is uitgedacht
  4. zijn uitgedacht
  5. zijn uitgedacht
  6. zijn uitgedacht
diversen
  1. denk uit!
  2. denkt uit!
  3. uitgedacht
  4. uitdenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitdenken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
concocter uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen
fabriquer uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen fabriceren; in het leven roepen; maken; produceren; scheppen; uithalen; uitspoken; vervaardigen; voortbrengen; zich voltrekken
fabuler bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden jokken; liegen
imaginer bedenken; fantaseren; uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen; verdichten; verzinnen; voorwenden beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren
inventer uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen uitvinden
tramer bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden bedenken; beramen; plan beramen; plannen; ramen; rasteren; schatten; taxeren; verzinnen; zinnen

Wiktionary: uitdenken


Cross Translation:
FromToVia
uitdenken inventer invent — design a new process or mechanism