Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. voorwenden:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voorwenden de neerlandés a francés

voorwenden:

voorwenden verbo (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)

  1. voorwenden (fingeren; simuleren; veinzen)
    feindre; prétendre; simuler; prétexter; faire semblant; faire l'hypocrite
    • feindre verbo (feins, feint, feignons, feignez, )
    • prétendre verbo (prétends, prétend, prétendons, prétendez, )
    • simuler verbo (simule, simules, simulons, simulez, )
    • prétexter verbo (prétexte, prétextes, prétextons, prétextez, )
  2. voorwenden (verzinnen; bedenken; uitdenken; verdichten; fantaseren)
    imaginer; tramer; fabuler
    • imaginer verbo (imagine, imagines, imaginons, imaginez, )
    • tramer verbo (trame, trames, tramons, tramez, )
    • fabuler verbo (fabule, fabules, fabulons, fabulez, )

Conjugaciones de voorwenden:

o.t.t.
  1. wend voor
  2. wendt voor
  3. wendt voor
  4. wenden voor
  5. wenden voor
  6. wenden voor
o.v.t.
  1. wendde voor
  2. wendde voor
  3. wendde voor
  4. wendden voor
  5. wendden voor
  6. wendden voor
v.t.t.
  1. heb voorgewend
  2. hebt voorgewend
  3. heeft voorgewend
  4. hebben voorgewend
  5. hebben voorgewend
  6. hebben voorgewend
v.v.t.
  1. had voorgewend
  2. had voorgewend
  3. had voorgewend
  4. hadden voorgewend
  5. hadden voorgewend
  6. hadden voorgewend
o.t.t.t.
  1. zal voorwenden
  2. zult voorwenden
  3. zal voorwenden
  4. zullen voorwenden
  5. zullen voorwenden
  6. zullen voorwenden
o.v.t.t.
  1. zou voorwenden
  2. zou voorwenden
  3. zou voorwenden
  4. zouden voorwenden
  5. zouden voorwenden
  6. zouden voorwenden
diversen
  1. wend voor!
  2. wendt voor!
  3. voorgewend
  4. voorwendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voorwenden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fabuler bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden jokken; liegen
faire l'hypocrite fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden femelen
faire semblant fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
feindre fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; spelen; stellen; toneelspelen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken; zich aanstellen
imaginer bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren; uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen
prétendre fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken
prétexter fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; iemand begunstigen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven; voorschuiven; voorspiegelen; voortrekken
simuler fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden acteren; beweren; doen alsof; dramatiseren; huichelen; pretenderen; spelen; stellen; toneelspelen; verklaren; voorgeven; zich aanstellen
tramer bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden bedenken; beramen; plan beramen; plannen; ramen; rasteren; schatten; taxeren; verzinnen; zinnen

Wiktionary: voorwenden

voorwenden
verb
  1. Raconter des choses inventées, des fabulations.
  2. Prendre pour prétexte.

Cross Translation:
FromToVia
voorwenden feindre feign — to make a false copy
voorwenden prétendre pretend — to allege falsely