Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. werkzaam zijn:


Neerlandés

Traducciones detalladas de werkzaam zijn de neerlandés a francés

werkzaam zijn:

werkzaam zijn verbo (ben werkzaam, bent werkzaam, is werkzaam, was werkzaam, waren werkzaam, werkzaam geweest)

  1. werkzaam zijn (uit werken gaan)
    travailler; avoir du travail
    • travailler verbo (travaille, travailles, travaillons, travaillez, )

Conjugaciones de werkzaam zijn:

o.t.t.
  1. ben werkzaam
  2. bent werkzaam
  3. is werkzaam
  4. zijn werkzaam
  5. zijn werkzaam
  6. zijn werkzaam
o.v.t.
  1. was werkzaam
  2. was werkzaam
  3. was werkzaam
  4. waren werkzaam
  5. waren werkzaam
  6. waren werkzaam
v.t.t.
  1. ben werkzaam geweest
  2. bent werkzaam geweest
  3. is werkzaam geweest
  4. zijn werkzaam geweest
  5. zijn werkzaam geweest
  6. zijn werkzaam geweest
v.v.t.
  1. was werkzaam geweest
  2. was werkzaam geweest
  3. was werkzaam geweest
  4. waren werkzaam geweest
  5. waren werkzaam geweest
  6. waren werkzaam geweest
o.t.t.t.
  1. zal werkzaam zijn
  2. zult werkzaam zijn
  3. zal werkzaam zijn
  4. zullen werkzaam zijn
  5. zullen werkzaam zijn
  6. zullen werkzaam zijn
o.v.t.t.
  1. zou werkzaam zijn
  2. zou werkzaam zijn
  3. zou werkzaam zijn
  4. zouden werkzaam zijn
  5. zouden werkzaam zijn
  6. zouden werkzaam zijn
diversen
  1. wees werkzaam!
  2. zijt werkzaam!
  3. werkzaam geweest
  4. werkzaam zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for werkzaam zijn:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avoir du travail uit werken gaan; werkzaam zijn
travailler uit werken gaan; werkzaam zijn arbeiden; boetseren; instuderen; leren; modelleren; vorm geven; vormen; werken

Traducciones relacionadas de werkzaam zijn