Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. aanschroeven:


Neerlandés

Sinónimos detallados de aanschroeven en neerlandés

aanschroeven:

aanschroeven verbo (schroef aan, schroeft aan, schroefde aan, schroefden aan, aangeschroefd)

  1. aanschroeven
    vastschroeven; aanschroeven
    • vastschroeven verbo (schroef vast, schroeft vast, schroefte vast, schroeften vast, vastgeschroefd)
    • aanschroeven verbo (schroef aan, schroeft aan, schroefde aan, schroefden aan, aangeschroefd)

Conjugaciones de aanschroeven:

o.t.t.
  1. schroef aan
  2. schroeft aan
  3. schroeft aan
  4. schroeven aan
  5. schroeven aan
  6. schroeven aan
o.v.t.
  1. schroefde aan
  2. schroefde aan
  3. schroefde aan
  4. schroefden aan
  5. schroefden aan
  6. schroefden aan
v.t.t.
  1. heb aangeschroefd
  2. hebt aangeschroefd
  3. heeft aangeschroefd
  4. hebben aangeschroefd
  5. hebben aangeschroefd
  6. hebben aangeschroefd
v.v.t.
  1. had aangeschroefd
  2. had aangeschroefd
  3. had aangeschroefd
  4. hadden aangeschroefd
  5. hadden aangeschroefd
  6. hadden aangeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal aanschroeven
  2. zult aanschroeven
  3. zal aanschroeven
  4. zullen aanschroeven
  5. zullen aanschroeven
  6. zullen aanschroeven
o.v.t.t.
  1. zou aanschroeven
  2. zou aanschroeven
  3. zou aanschroeven
  4. zouden aanschroeven
  5. zouden aanschroeven
  6. zouden aanschroeven
diversen
  1. schroef aan!
  2. schroeft aan!
  3. aangeschroefd
  4. aanschroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze