Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bijgieten:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bijgieten en neerlandés

bijgieten:

bijgieten verbo (giet bij, goot bij, goten bij, bijgegoten)

  1. bijgieten
    bijgieten; serveren; inschenken; tappen; intappen; schenken
    • bijgieten verbo (giet bij, goot bij, goten bij, bijgegoten)
    • serveren verbo (serveer, serveert, serveerde, serveerden, geserveerd)
    • inschenken verbo (schenk in, schenkt in, schonk in, schonken in, ingeschonken)
    • tappen verbo (tap, tapt, tapte, tapten, getapt)
    • intappen verbo
    • schenken verbo (schenk, schenkt, schonk, schonken, geschonken)

Conjugaciones de bijgieten:

o.t.t.
  1. giet bij
  2. giet bij
  3. giet bij
  4. gieten bij
  5. gieten bij
  6. gieten bij
o.v.t.
  1. goot bij
  2. goot bij
  3. goot bij
  4. goten bij
  5. goten bij
  6. goten bij
v.t.t.
  1. heb bijgegoten
  2. hebt bijgegoten
  3. heeft bijgegoten
  4. hebben bijgegoten
  5. hebben bijgegoten
  6. hebben bijgegoten
v.v.t.
  1. had bijgegoten
  2. had bijgegoten
  3. had bijgegoten
  4. hadden bijgegoten
  5. hadden bijgegoten
  6. hadden bijgegoten
o.t.t.t.
  1. zal bijgieten
  2. zult bijgieten
  3. zal bijgieten
  4. zullen bijgieten
  5. zullen bijgieten
  6. zullen bijgieten
o.v.t.t.
  1. zou bijgieten
  2. zou bijgieten
  3. zou bijgieten
  4. zouden bijgieten
  5. zouden bijgieten
  6. zouden bijgieten
diversen
  1. giet bij!
  2. giet bij!
  3. bijgegoten
  4. bijgietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze