Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de buigen en neerlandés

buigen:

buigen verbo (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)

  1. buigen
    buigen; krombuigen
  2. buigen
    buigen; eer betuigen
  3. buigen
    welven; buigen; krommen
    • welven verbo (welf, welft, welfde, welfden, gewelfd)
    • buigen verbo (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
    • krommen verbo (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)
  4. buigen
    buigen; krommen; krom buigen
    • buigen verbo (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
    • krommen verbo (krom, kromt, kromde, kromden, gekromd)
    • krom buigen verbo (buig krom, buigt krom, boog krom, bogen krom, krom gebogen)
  5. buigen
    eerbied tonen; buigen
  6. buigen
    – eerbiedig groeten door hoofd en schouders voorover te doen 1
    buigen
    – eerbiedig groeten door hoofd en schouders voorover te doen 1
    • buigen verbo (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
      • Antonio heeft voor de koningin gebogen1
  7. buigen
    – het krom maken 1
    buigen
    – het krom maken 1
    • buigen verbo (buig, buigt, boog, bogen, gebogen)
      • hij buigt het ijzer met een tang1

Conjugaciones de buigen:

o.t.t.
  1. buig
  2. buigt
  3. buigt
  4. buigen
  5. buigen
  6. buigen
o.v.t.
  1. boog
  2. boog
  3. boog
  4. bogen
  5. bogen
  6. bogen
v.t.t.
  1. heb gebogen
  2. hebt gebogen
  3. heeft gebogen
  4. hebben gebogen
  5. hebben gebogen
  6. hebben gebogen
v.v.t.
  1. had gebogen
  2. had gebogen
  3. had gebogen
  4. hadden gebogen
  5. hadden gebogen
  6. hadden gebogen
o.t.t.t.
  1. zal buigen
  2. zult buigen
  3. zal buigen
  4. zullen buigen
  5. zullen buigen
  6. zullen buigen
o.v.t.t.
  1. zou buigen
  2. zou buigen
  3. zou buigen
  4. zouden buigen
  5. zouden buigen
  6. zouden buigen
en verder
  1. ben gebogen
  2. bent gebogen
  3. is gebogen
  4. zijn gebogen
  5. zijn gebogen
  6. zijn gebogen
diversen
  1. buig!
  2. buigt!
  3. gebogen
  4. buigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Definiciones relacionadas de "buigen":

  1. eerbiedig groeten door hoofd en schouders voorover te doen1
    • Antonio heeft voor de koningin gebogen1
  2. het krom maken1
    • hij buigt het ijzer met een tang1

Sinónimos relacionados de buigen