Neerlandés

Sinónimos detallados de buiten en neerlandés

buiten:

buiten

  1. buiten
    – het niet kunnen missen 1
    buiten
    – het niet kunnen missen 1
    • buiten
      • hij kan niet buiten zijn hond1
  2. buiten
    – hij wordt niet meegerekend 1
    buiten
    – hij wordt niet meegerekend 1
    • buiten
      • buiten Ahmed gaat iedereen mee1
  3. buiten
    – niet in iets 1
    buiten
    – niet in iets 1
    • buiten
      • het is mooi weer, we gaan naar buiten1

Palabras relacionadas con "buiten":


Antónimos de "buiten":


Definiciones relacionadas de "buiten":

  1. het niet kunnen missen1
    • hij kan niet buiten zijn hond1
  2. hij wordt niet meegerekend1
    • buiten Ahmed gaat iedereen mee1
  3. niet in iets1
    • het is mooi weer, we gaan naar buiten1

buiten forma de buit:

buit [de ~ (m)] sustantivo

  1. de buit
    de vangst; de buit
    • vangst [de ~ (v)] sustantivo
    • buit [de ~ (m)] sustantivo

Palabras relacionadas con "buit":


Sinónimos relacionados de buiten