Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. declareren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de declareren en neerlandés

declareren:

declareren verbo (declareer, declareert, declareerde, declareerden, gedeclareerd)

  1. declareren
    declareren; aangeven
    • declareren verbo (declareer, declareert, declareerde, declareerden, gedeclareerd)
    • aangeven verbo (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)

Conjugaciones de declareren:

o.t.t.
  1. declareer
  2. declareert
  3. declareert
  4. declareren
  5. declareren
  6. declareren
o.v.t.
  1. declareerde
  2. declareerde
  3. declareerde
  4. declareerden
  5. declareerden
  6. declareerden
v.t.t.
  1. heb gedeclareerd
  2. hebt gedeclareerd
  3. heeft gedeclareerd
  4. hebben gedeclareerd
  5. hebben gedeclareerd
  6. hebben gedeclareerd
v.v.t.
  1. had gedeclareerd
  2. had gedeclareerd
  3. had gedeclareerd
  4. hadden gedeclareerd
  5. hadden gedeclareerd
  6. hadden gedeclareerd
o.t.t.t.
  1. zal declareren
  2. zult declareren
  3. zal declareren
  4. zullen declareren
  5. zullen declareren
  6. zullen declareren
o.v.t.t.
  1. zou declareren
  2. zou declareren
  3. zou declareren
  4. zouden declareren
  5. zouden declareren
  6. zouden declareren
diversen
  1. declareer!
  2. declareert!
  3. gedeclareerd
  4. declarerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze