Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de dichtsnoeren en neerlandés

dichtsnoeren:

dichtsnoeren verbo

  1. dichtsnoeren
    dichtsnoeren; toegespen; dichtgespen
    • dichtsnoeren verbo
    • toegespen verbo (gesp toe, gespt toe, gespte toe, gespten toe, toegegespt)
    • dichtgespen verbo (gesp dicht, gespt dicht, gespte dicht, gespten dicht, dichtgegespt)
  2. dichtsnoeren
    dichtrijgen; rijgen; dichtsnoeren
    • dichtrijgen verbo (rijg dicht, rijgt dicht, reeg dicht, regen dicht, dichtgeregen)
    • rijgen verbo (rijg, rijgt, reeg, regen, geregen)
    • dichtsnoeren verbo

dichtsnoeren [znw.] sustantivo

  1. dichtsnoeren
    dichtsnoeren; dichtgespen