Neerlandés

Sinónimos detallados de direct en neerlandés

direct:

direct adj.

  1. direct
  2. direct
  3. direct
    gauw; gezwind; direct
  4. direct
  5. direct
  6. direct
  7. direct
    zo meteen; zo; direct
  8. direct
  9. direct
    – zonder te wachten 1
    gelijk; meteen; onmiddellijk; direct; dadelijk
    – zonder te wachten 1
  10. direct
    – waar niets tussen zit 1
    onmiddellijk; vlak; direct
    – waar niets tussen zit 1
    • onmiddellijk adj.
      • hij woont in de onmiddellijke omgeving van het vliegveld1
    • vlak adj.
      • vlak na zijn verjaardag moest hij op reis1
    • direct adj.
      • zij woont in de directe omgeving van de binnenstad1
  11. direct
    – zonder omweg 1
    direct
    – zonder omweg 1
    • direct adj.
      • hij gaat direct van huis naar school1

Palabras relacionadas con "direct":


Sinónimos alternativos de "direct":


Antónimos de "direct":


Definiciones relacionadas de "direct":

  1. zonder te wachten1
    • wil je direct komen?1
  2. waar niets tussen zit1
    • zij woont in de directe omgeving van de binnenstad1
  3. zonder omweg1
    • hij gaat direct van huis naar school1

Sinónimos relacionados de direct