Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de geluk en neerlandés

geluk:

geluk [het ~] sustantivo

  1. het geluk
    het geluk; geluk hebbend; de bof
  2. het geluk
    het geluk; het gelukkig-zijn; gelukkigheid; de fortuin
  3. het geluk
    – aangenaam gevoel van iemand die blij is met zijn leven 1
    het geluk
    – aangenaam gevoel van iemand die blij is met zijn leven 1
    • geluk [het ~] sustantivo
      • het geluk straalde uit haar ogen1
  4. het geluk
    – gunstig toeval 1
    het geluk
    – gunstig toeval 1
    • geluk [het ~] sustantivo
      • het was gewoon geluk dat ik die prijs won1

Palabras relacionadas con "geluk":


Antónimos de "geluk":


Definiciones relacionadas de "geluk":

  1. aangenaam gevoel van iemand die blij is met zijn leven1
    • het geluk straalde uit haar ogen1
  2. gunstig toeval1
    • het was gewoon geluk dat ik die prijs won1

Sinónimos relacionados de geluk