Neerlandés

Sinónimos detallados de gesprek aanknopen en neerlandés

gesprek aanknopen:

gesprek aanknopen verbo

  1. gesprek aanknopen
    ter sprake brengen; aansnijden; starten; entameren; openen; opwerpen; gesprek aanknopen; te berde brengen; aankaarten; aanknopen
    • ter sprake brengen verbo (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
    • aansnijden verbo (snijd aan, snijdt aan, sneed aan, sneden aan, aangesneden)
    • starten verbo (start, startte, startten, gestart)
    • entameren verbo
    • openen verbo (open, opent, opende, openden, geopend)
    • opwerpen verbo (werp op, werpt op, werpte op, werpten op, opgeworpen)
    • te berde brengen verbo (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
    • aankaarten verbo (kaart aan, kaartte aan, kaartten aan, aangekaart)
    • aanknopen verbo (knoop aan, knoopt aan, knoopte aan, knoopten aan, aangeknoopt)

Sinónimos relacionados de gesprek aanknopen